3 Kader 8-4-2021

Wilkommen im Deutschunterricht
1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Wilkommen im Deutschunterricht

Slide 1 - Slide

Aufbau der Stunde
- oefenen voor de toets. Blz. 49 + 51
- Huiswerk bespreken
-  Aan de slag met luisteren en lezen

Slide 2 - Slide

Lernziele
Je:
- kent de woorden/zinnen van blz. 49 +51
- weet wat je voor de toets moet leren
- kunt de woorden van oef. 5, 6, 7, 8 
- kunt woorden van een video in het Duits begrijpen



Slide 3 - Slide

im Freien
A
in de open lucht
B
de vrijheid
C
bij het vrijen
D
vrij zijn

Slide 4 - Quiz

Heb je plannen?
A
hast du Plannen?
B
Hast du einem plan?
C
Hast du was vor?

Slide 5 - Quiz

jeweils
A
je weet wel
B
opnieuw
C
telkens
D
vervelend

Slide 6 - Quiz

Mijn weekend was saai
A
Mein Wochenende war stumm
B
Meine Wochenende war saai
C
Mein Wochenende waar langweilig.
D
Mein Weekend wahr langweilig

Slide 7 - Quiz

Ik zou liever
A
Ich sau lieber
B
Ich werde liefer
C
Ich würde lieber
D
Ich sau lieber

Slide 8 - Quiz

großartig
A
geweldig
B
ruimhartig
C
groots
D
geweldadig

Slide 9 - Quiz

Spreken we met elkaar af?
A
treffen wir uns?
B
sprechen wir ab?
C
sprechen wir mit uns ab?
D
wollen wir absprechen?

Slide 10 - Quiz

eng
A
angstig
B
dicht
C
eng
D
blij

Slide 11 - Quiz

schaffen
A
schapen
B
schappen
C
lukken
D
geluk

Slide 12 - Quiz

ik heb helaas
A
ich have leider
B
ich habe helas
C
ich ben leider
D
ich habe leider

Slide 13 - Quiz

Hausfgaben besprechen
Wir besprechen Kapitel 5, Aufgabe 5, 6, 7, 8 


Slide 14 - Slide

An die Arbeit
Seite 60. Aufgabe 9, 10, 11, 12

Slide 15 - Slide

Korrigieren

Slide 16 - Slide

Hausaufgaben Kapitel 5
Lernen: Kapitel 3 Boek A Blz 128  
Kapitel 4 boek B blz 49+ 51 

machen: Aufgabe (12) 13, 14, 15, 16

Slide 17 - Slide

Fragenrunde


Hast du noch eine Frage/Fragen?

Slide 18 - Slide

Lernziele Check
Je:
- kent de woorden/zinnen van blz. 49 +51
- weet wat je voor de toets moet leren
- kunt de woorden van oef. 2,3,4 gebruiken
- kunt een video in het Duits begrijpen





Slide 19 - Slide