This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Reflecteren op loopbaancompetenties
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Doel van de les
Aan het einde van de les kunnen de leerlingen reflecteren op de 5 loopbaancompetenties waar ze het afgelopen jaar mee bezig zijn geweest.
Slide 2 - Slide
Dit is een belangrijke slide om het doel van de les te introduceren.
Wat weet je al over loopbaancompetenties?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Wat zijn loopbaancompetenties?
Loopbaancompetenties zijn kennis, vaardigheden en houdingen die je in staat stellen om je loopbaan te sturen en keuzes te maken.
Slide 4 - Slide
Leg kort uit wat loopbaancompetenties zijn. Dit is belangrijk om te begrijpen voor de rest van de les.
De 5 loopbaancompetenties
De 5 loopbaancompetenties zijn: Kwaliteitenreflectie, Motievenreflectie, Werkexploratie, Loopbaansturing en Netwerken.
Slide 5 - Slide
Noem kort de 5 loopbaancompetenties. De leerlingen moeten deze kennen om te kunnen reflecteren.
Kwaliteitenreflectie
Kwaliteitenreflectie gaat over nadenken over wat je goed kunt en waar je plezier in hebt.
Slide 6 - Slide
Leg kort uit wat kwaliteitenreflectie is. Bespreek daarna met de leerlingen hun eigen kwaliteiten.
Motievenreflectie
Motievenreflectie gaat over nadenken over wat je belangrijk vindt in je werk en wat je drijfveren zijn.
Slide 7 - Slide
Leg kort uit wat motievenreflectie is. Bespreek daarna met de leerlingen hun eigen motieven.
Werkexploratie
Werkexploratie gaat over het verkennen van verschillende soorten werk en werkomgevingen.
Slide 8 - Slide
Leg kort uit wat werkexploratie is. Bespreek daarna met de leerlingen welke soorten werk en werkomgevingen ze interessant vinden.
Loopbaansturing
Loopbaansturing gaat over het plannen en sturen van je loopbaan, bijvoorbeeld door het stellen van doelen en het maken van keuzes.
Slide 9 - Slide
Leg kort uit wat loopbaansturing is. Bespreek daarna met de leerlingen hun eigen loopbaanplannen en doelen.
Netwerken
Netwerken gaat over het opbouwen en onderhouden van contacten die je kunnen helpen in je loopbaan.
Slide 10 - Slide
Leg kort uit wat netwerken is. Bespreek daarna met de leerlingen hoe ze hun eigen netwerk kunnen uitbreiden en onderhouden.
Wat is netwerken?
A
Het opbouwen en onderhouden van contacten die je kunnen helpen in je loopbaan.
B
Het hebben van alleen contacten binnen je eigen organisatie.
C
Het verbreken van contacten met collega's.
D
Het hebben van alleen contacten buiten je vakgebied.
Slide 11 - Quiz
This item has no instructions
Wat is loopbaansturing?
A
Het plannen en sturen van je loopbaan, bijvoorbeeld door het stellen van doelen en het maken van keuzes.
B
Het blijven hangen in een baan zonder doel.
C
Het afhankelijk zijn van anderen bij loopbaankeuzes.
D
Het volgen van de loopbaan van anderen.
Slide 12 - Quiz
This item has no instructions
Wat is werkexploratie?
A
Het verkennen van verschillende soorten werk en werkomgevingen.
B
Het vastleggen van wat voor werk je gaat doen.
C
Het verkennen van verschillende soorten hobby's.
D
Het verkennen van verschillende soorten sporten.
Slide 13 - Quiz
This item has no instructions
Wat is motievenreflectie?
A
Nadenken over welk werk het minst stressvol is.
B
Nadenken over welk werk het meest betaalt.
C
Nadenken over wat anderen belangrijk vinden in hun werk.
D
Nadenken over wat je belangrijk vindt in je werk en wat je drijfveren zijn.
Slide 14 - Quiz
This item has no instructions
Wat is kwaliteitenreflectie?
A
Nadenken over wat je niet goed kunt.
B
Nadenken over wat anderen goed kunnen.
C
Nadenken over wat je goed kunt en wat je leuk vindt.
D
Nadenken over wat je slecht kunt.
Slide 15 - Quiz
This item has no instructions
opdracht
Schrijf per competentie op wat je hier het afgelopen jaar aan hebt gedaan.
Slide 16 - Slide
This item has no instructions
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 17 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 18 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 19 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.