A. In welk land ben jij geboren?
B. In welk land zijn jouw ouders geboren?
C. Zijn er nog andere afkomsten binnen jouw familie?
D. Hoeveel broers/zussen heb je?
E. Geloof jij of je familie? Zo ja, welk geloof?
F. Hoe zou jij jouw familie omschrijven?
Wat vind jij? Wie ben jij?
A. Omschrijf jezelf in drie woorden.
B. Wat vind jij belangrijk in het leven?
C. Heb je een held/symbool wat past bij jouw cultuur/identiteit?
D. Wat is jouw levensmotto?
E. Hoe zie jij jezelf in de toekomst?