Automobilist A rijdt door het rode verkeerslicht en botst tegen een andere automobilist B aan, die door groen reed. Door de aanrijding raken beide auto's zwaar beschadigd en automobilist B raakt gewond. De politie komt erbij, maakt proces-verbaal op en stuurt dit door naar de Officier van Justitie. Deze besluit A te vervolgen voor het rijden door rood licht. Ondertussen komt B na een paar dagen uit het ziekenhuis en hij wil de schade aan zijn auto en zijn letselschade vergoed krijgen.
De zaak tussen de Nederlandse Staat (vertegenwoordigd door de Officier van Justitie) en automobilist A als verdachte van een overtreding, is de strafzaak.
De zaak tussen automobilist B en (de WA-verzekeraar van) A is een civiele kwestie.
Het verkeersstrafrecht stelt straf op bepaald verkeersgedrag. Het civiele recht verbindt aan datzelfde verkeersgedrag - als dat een schade heeft veroorzaakt - een verplichting tot schadevergoeding. Het gaat meestal om overtreding van de verkeersregels.
Deze twee trajecten kunnen tegelijkertijd lopen. Er hoeft in principe niet gewacht te worden met de civiele zaak tot er uitspraak is gedaan in de strafzaak. B kan dus direct de autoverzekering van A aansprakelijk stellen.