15e les - gustar, practicar más

español
1 / 18
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

español

Slide 1 - Slide

Una canción
Primero, traduce el vocabulario y conjuga los verbos
después escucha y rellena los huecos


Slide 2 - Slide

¿Qué NO te gusta? Menciona 3 cosas

Slide 3 - Open question

En la clase de hoy
La clase anterior
Los deberes para hoy
Practicar más con gustar
La evaluación
Los deberes para la próxima clase

Slide 4 - Slide

Explica en tus propias palabras / leg uit in je eigen woorden: het werkwoord 'gustar'

Slide 5 - Open question

Los deberes 
Herhalen: woordenlijsten: cosas de la clase/el colegio Aantekeningen uit je schrift: dagen van de week/ de schoolvakken/ de bezittelijke voornaamwoorden/ het werkwoord HAY/ rijtjes AR/ER/IR / aantekeningen 'la hora' en de woordenlijst 'la hora' uit jouw reader, woordenlijst werkwoorden blz 56.Heel goed leren! NIEUW: aantekeningen en theorie van gustar: reader blz 38 & blz 36 tekstboek.
Uploaden: screenshots van de online opdrachten in TEAMS!(voor de linkjes: zie de slide in de LESSONUP)

Slide 6 - Slide

una canción
La comida
viajar
una montaña
ir al cine
los bocadillos
los gatos
Las hamburguesas

Slide 7 - Drag question

¿Qué sucede en el vídeo? 
Vemos un video - ¡mira y escucha bien! Geef een kleine samenvatting van wat je begrepen hebt en wat er gebeurt. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

¿Qué sucede en el vídeo?/Wat gebeurt er in de video?

Slide 10 - Open question

Haz una foto: 

Slide 11 - Slide

Ve el vídeo y marca de qué hablan. 
We bekijken de video nogmaals en noteren waar el chico y la chica het over hebben.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

¿De qué cosas hablan? / Waar hebben ze het over?

Slide 14 - Open question

Completa estas frases con las siguientes palabras:
2. A los dos les gustaN ______
3. No les gusta ______
4. _______solo le gustan al chico.
1. A los dos les gusta ___, ___, ___, ___ y ___
5. _____ solo le gustan a la chica.
Una canción de Chavela Vargas
Los gatos
Ir a la playa
 el café con leche
Las hamburguesas
el tango
la comida mexicana
los perros

Slide 15 - Drag question

Ik begrijp het gebruik van het ww 'gustar' nu beter dan een week geleden:
Verdad / Waar
Falso / Niet waar

Slide 16 - Poll

Wat kun je doen om het nóg beter te begrijpen?

Slide 17 - Open question

Los deberes:
Leren/herhalen: aantekenignen:  de regelmatige -ar/-er/-ir
het werkwoord gustar / de ontkenning / de vraagwoordjes / 
Woordenlijsten: cosas de la clase / hay / de kloktijden/ los días de la semana / el colegio / las asignaturas / werkwoorden en los interrogativos
Herhalen van unidad 1: werkwoord ser / tener en llamarse --> zorg dat je alles heel goed kent, er komt snel een PW aan!

Maken: oef 15 (reader blz 39) oef 16 en 17 (reader blz 42)

Slide 18 - Slide