Oplossing: opl: Mg x 17 g = 9 g x 10 g dus Mg = 90 g = 5,29411 g 5 g 17
Controle: 5,29 x 17 = 9x 10 = 90 klopt!
Hoeveel magnesium nodig om 10 g magnesiumoxide te maken?
≈
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
aan de slag
leren 5.3 maken: 5, 7, 10 + maken par 5.4: 1 t/m 3, 5, 7, 9
Slide 23 - Slide
5.4 versterkt broeikaseffect
verschil natuurlijk en versterkt broeikaseffect
oorzaken van versterkt broeikaseffect
gevolgen versterkt broeikaseffect
Slide 24 - Slide
C en H atomen blijven opgeslagen in hout (= glucose) bij verbranding ontstaat weer CO2 (en H2O )
bij het verbranden van fossiele brandstoffen wordt deze kringloop verstoord omdat er te veel tijd tussen opname en afgifte van CO2zit dus versterkt broeikaseffect.
bij het verbranden van biobrandstoffen wordt de kringloopniet verstoord --> geen extra CO2 in de atmosfeer dusgeenversterkt broeikaseffect.)
koolstofdioxidekringloop in planten: normaal altijd +- evenveel CO2 in dampkring
Eerst fotosynthese daarna verbranding (of rotten)
volledige verbranding organisch materiaal altijd
(CxHY)+ O2(g)--> CO2 (g)+H2O(l)
Slide 25 - Slide
Ontstaat door broeikasgassen ( b.v. H2O en CO2 )in de dampkring.
Deze gassen houden een deel van de warmte van de zon vast
Broeikaseffect is nodig om leven te laten ontstaan.
Zonder dampkring zijn de temperatuurverschillen op aarde daarvoor te groot.
Natuurlijk broeikaseffect (links)
Slide 26 - Slide
stijging van broeikasgassen zoals H2O en CO2 in dampkring waardoor:
gemiddelde temperatuur stijgt
verandering klimaat: sommige plekken droger andere plekken juist vochtiger
smelten poolijs en stijging waterspiegel
uitsterven dieren en planten en meer kans op epidemie
Versterkt broeikaseffect (rechts)
Door verbranding van fossiele brandstoffen
Slide 27 - Slide
Duurzaamheid
Slide 28 - Slide
Duurzaamheid
Duurzaamheid="proberen te voldoen aan de behoeften van het heden, zonder de behoeften in de toekomst te beperken ".
Zo mens- en millieuvriendelijk mogelijk produceren zonder te aarde uit te putten.
Slide 29 - Slide
Groene Chemie
Ga veilig om met chemicalien
Verbruik weinig energie en grondstoffen
Recycle grondstoffen =hernieuwbare grondstoffen
Recycle energie/ gebruik groene energie
Produceer zo min mogelijk afval -> hergebruik
Denk om de toekomst
Slide 30 - Slide
Rekening houden met de toekomst
Grondstoffen raken op dus koop niet onnodig en recycle !!
Plastic
Elektrische apparaten
Papier, kleding etc.
Energieverbruik:
Ga zuinig om met energie (extra trui, energiezuinige apparaten, isoleren, moet je vliegen?)
Gebruik alternatieve energie-bronnen
Gebruik rest-warmte voor elders in het proces
Iedereen maakt zijn eigen keuzes, begin ergens en kies slim!!
Slide 31 - Slide
verwerking:
maken test jezelf hst 5+ oefentoets
toetsweek hst 4 + 5
Slide 32 - Slide
2 H2O --> 2 H2 + O2 Wat voor soort reactie is dit?
A
Verbranding
B
Ontleding
C
Vorming
Slide 33 - Quiz
2 C6H14 + 13 O2--> 12 CO + 14 H2O Wat voor soort reactie is dit?
A
Verbranding
B
Ontleding
C
Vorming
D
Onvolledige verbranding
Slide 34 - Quiz
Maud leidt lucht door kalkwater tot het troebel en wit wordt. Welke stof uit de lucht veroorzaakt dit?
A
koolstofdioxide
B
stikstof
C
waterdamp
D
zuurstof
Slide 35 - Quiz
Bij een onvolledige verbranding van koolwaterstoffen ontstaan:
A
zuurstof en roet
B
koolstof en koolstofdioxide
C
koolstof, koolstofdioxide en waterdamp
D
roet, koolstofmonoxide en waterdamp
Slide 36 - Quiz
Welk van de volgende uitspraken is/zijn niet waar
A
bij een volledige verbranding is de vlam oranje/ geel
B
een ander woord voor koolstofmonoxide = kolendamp
C
koolstofmonoxide en roet zijn beide brandbare stoffen
D
koolstofdioxide is een zwaar en giftig gas
Slide 37 - Quiz
Welk van de volgende uitspraken over het broeikaseffect is/zijn waar
A
broeikaseffect wordt veroorzaakt door CFK's
B
broeikaseffect is nodig om leven te laten ontstaan op een planeet
C
versterkt broeikaseffect ontstaat door koolstofmonoxide
D
verbranden van fossiele brandstoffen zorgt voor versterkt broeikaseffect
Slide 38 - Quiz
einde les 6
hw: goed lezen hst 6.1
maken 1t/m 4,7,10,11
Slide 39 - Slide
groepsopdracht: beantwoord de volgende vragen (in 4 min. )
Je krijgt vlam in de pan: wat moet je doen? en welke brandvoorwaarde(n) haal je dan weg?Leg uit.
geef de kloppende reactievergelijking
van de onvolledige verbranding van methaan. (roet en koolstofdioxide mag je weglaten) Waaraan kun je een onvolledige verbranding herkennen?
Slide 40 - Slide
programma 20/21 juni:
1. Afmaken practicumdossier: 10 min. met zelfde partner als bij proef!
2. Voorbereiden practicum morgen:
Ophalen theorie
Demo proeven
3. Inzage toets/bespreken + maken afspraken herkansen/inhalen!
i uur: vanmiddag 14.20
I.v.m. bronchitis probeer ik zo min mogelijk te praten, dus graag alleen vragen wat noodzakelijk is!