H6 en H7 Muziek - Cultuur van de Kerk_les 2

1 / 49
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Muzikale middelen/aspecten
Toonhoogte
Toonduur (maat/ritme)
Tempo
Dynamiek
Klankkleur
met deze vormgevingsmiddelen creëren componisten muziekstukken en composities.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

TOONHOOGTE
TOONDUUR
TEMPO
DYNAMIEK
KLANKKLEUR
melodie
hoog/laag
maat
ritme
kort/lang
vertragen/versnellen
hard/zacht
instrumenten/stem
Puls

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Muzikale middelen/aspecten
Toonhoogte:  MELODIE - hoog/laag
Toonduur: MAAT - RITME - kort/lang
Tempo: PULS - hoog/laag - vertragen/versnellen
Dynamiek: hard/zacht
Klankkleur: stem/ instrumenten

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Wat weet jij over muziek
in de middeleeuwen?

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Vroege middeleeuwen
500-1000
Hoge middeleeuwen
1000-1250
Late middeleeuwen
1250-1500
Renaissance
500-1000
Vroege middeleeuwen
1150-1320
ars antiqua
1320-1420
ars nova
Renaissance
Indeling in muziekstijlen in de middeleeuwen 
Historische indeling van de middeleeuwen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Functie van muziek in de ME
  • Muziek was een essentieel en groot onderdeel van het kloosterleven.  (ook wel opzeggen van een gebed in het Latijns)
  • Het zingen van muziek werd namelijk gezien als een manier om God te eren. 
  • Muziek staat in dienst van de liturgie Liturgie: geheel van voorschriften en ceremonieën voor inrichting van de eredienst; de gebeden en gezangen van de dienst.
  • Zo werd in kloosters elke dag een mis gehouden en op acht momenten per dag werden er psalmen gezongen. (Ora et labora: bid en werk)
  • De muziek was niet bedoeld om van te genieten, maar om je mee te kunnen concentreren op de tekst. -> Het zingen van deze muziek vereiste namelijk een enorme discipline, zodat de hele geest op dat moment gewijd kon zijn aan God.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Waar of niet waar?

Liturgische gezangen moesten in de volkstaal worden gezongen.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Een dag in een klooster

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Gregorius I  
540-604
vroege middeleeuwen
De legende wil dat paus Gregorius de melodieën heeft opgeschreven, nadat ze hem waren gedicteerd door de Heilige Geest in de vorm van een duif.
Gregoriaans
Het oudst overgeleverde muziekrepertoire van de Westerse muziek ontleent haar naam aan Paus Gregorius. Lang heeft men gedacht dat hij de componist van deze muziek is geweest, maar tegenwoordig benadrukt men vooral zijn rol als organisator van de liturgie en muziek voor de eredienst. Hij was de stichter van een Schola Cantorum. De muziek werd aanvankelijk auditief overgeleverd.
Karel de Grote (ca. 800) speelt een belangrijke rol bij de uniformering van de Romeinse Liturgie in de westerse kerk. Hij is degene die de idealen van Gregorius de Grote (in de hele wereldkerk één taal en één vorm van liturgie) zal verwezenlijken.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Waarom is gregoriaanse muziek altijd a capella?
A
omdat er nog geen goede instrumenten waren
B
kloosters bezaten geen instrumenten
C
omdat de menselijke stem het beste instrument is want door god aan ons gegeven
D
instrumenten zouden de aandacht afleiden van de tekst

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

verschil syllabisch & Melismatisch
Syllabisch =  lettergreep voor lettergreep op een toon gezongen (op iedere lettergreep een noot)

Melismatisch = melodielijnen op reeks van tonen op een lettergreep. (meerdere tonen op één lettergreep )

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

1
2
3
4
Syllabisch
Melismatisch

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Neumen – vroege middeleeuwen
  • Eerste geheugensteuntje voor muziek op papier
  • Tekentjes boven de tekst
  • Geeft alleen richtingvan de melodie aan. (stijgen of dalen)

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Neumen
Ca. 800 begint men in de kloosters (de enige centra waar men leerde lezen en schrijven) met pogingen om naast de teksten van de gezangen ook de melodie te noteren met een stelsel van neumen. Dit zijn grafische tekens waarmee het stijgen en dalen van een  gregoriaanse melodie op schrift werd aangegeven.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Welke voordelen ontstaan er door het toepassen van een notenschrift?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Voordelen notenschrift
  • Muziek leren zonder het ooit te hebben gehoord
  • Muziek kunnen componeren
  • Muziek kan een stuk complexer worden -> ontstaan polyfonie
  • Nauwkeuriger en zonder fouten een lied in te studeren
  • muziek verspreiden 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Guido van Arezzo
991-1033
vroege middeleeuwen

Slide 26 - Slide

Fragment
Ut queant laxis

muziek in de hoge Middeleeuwen
ars antiqua (1150-1320)

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Eenstemmig
Parallel
organum
ars antiqua
Vrij
organum
Meerstemmig
Past bij soberheid van romaanse kunst en gregoriaanse muziek. De boodschap is het belangrijkste
Bij in de gotiek (hoge en late Middeleeuwen) draait alles meer om dramatiek, inleving en gevoel.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Leoninus
Perotinus
ars antiqua
School van de Notre-Dame
  • Complexer organum (meerstemmigheid)
  • Vast ritmisch patroon

Slide 30 - Slide

Fragment:
Perotinus - Viderunt omnes

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Philippe de Vitry
1291-1361
ars nova (1320-1420)
  • toenemende (vooral ritmische) complexiteit
  • cantus firmus: een traag verlopende onderstem
  • daarboven een of meerdere stemmen (hoge en lage contratenor) die in hoog tempo allerlei ritmische capriolen uithalen  
  • verschillende teksten door elkaar gezongen

Slide 32 - Slide

Fragment:
In arboris/Tuba sacre fidei/Virgo sum - Philippe de Vitry

Guillaume de Machaut
1300-1377
ars nova

Slide 33 - Slide

Fragment:
Douce dame jolie la Morra - Guillaume de Machaut 


Troubadours
Trouvères 
Wereldlijke muziek

Slide 34 - Slide

Fragment:
Can vei la lauzeta mover - Bernart de Ventadorn
Wereldlijke muziek
  • Weinig bewaard gebleven
  • Meestal eenstemmig gezongen
  • In de volkstaal 
  • Syllabisch 
  • tekst moet goed verstaanbaar zijn
  • Ritmischer en dynamischer dan kerkmuziek
  • Begeleid door instrumenten: harp, luit, vedel, trommels, tamboerijn.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

straatartiesten
Trekken rond (laag aanzien)
optredens op markten of aan het hof
soms in opdracht van de kerk 
Wereldlijke muziek
jongleurs
beroepsspeellieden (muziek, voordracht, acrobatische acts)
vaganten
rondtrekkende studenten of lage geestelijken die in het latijn zingen over actuele gebeurtenissen (maatschappijkritisch)

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Video

This item has no instructions

Kunstlied
Hoofse literatuur
Minnelied
Wereldlijke muziek
troubadours / Minnesangers
Troubadours (trouvères) 
-treden op aan hof
- vaak zelf van adel (hogere status)
- schreven hun liederen zelf
-couplet, refrein vorm
-volkstaal
-begeleid door instrumenten

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Volkslied
Wereldlijke muziek

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Volkslied
Wereldlijke muziek

Slide 40 - Slide

Fragment:
L’homme armé - anonieme componist 
Opdracht - begrippen
Zoek de volgende MUZIKALE begrippen op in je boek (zo nodig internet)  en geef een duidelijke uitleg:
H4: a capella, polyfoon, motet, madrigaal, mis, klankkleur.
H7: monodie, Polyfonie, Basso continuo,  Aria, Recitief, Prima prattica, Seconda prattica, Opera, Divertissement, Affectenleer, Dissonant, Consonant, recitatief, Castraten, Ouventure, Lamento.


timer
15:00

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Een stukje herhaling

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Noem op basis van het muziekfragment
vier kenmerken van Gregoriaanse muziek.

Slide 43 - Open question

This item has no instructions

Beschrijf de voordelen van de muzieknotatie voor Gregoriaanse gezangen.

Slide 44 - Open question

This item has no instructions



Bij welke manier van zingen hoort niet bij dit fragment?
A
eenstemmig
B
melismatisch
C
meerstemmig
D
gregoriaans

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

Hoe wordt deze vorm van meerstemmigheid genoemd?
A
parallel
B
tweestemmig
C
organum
D
cantus firmus

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions

Dit lied is geschreven door Hildegard von Bingen. Omschrijf twee muzikale kenmerken waarop deze muziek verschilt van het traditionele Gregoriaans.

Slide 47 - Open question

This item has no instructions

In fragment 2 hoor je een deel van de Gregoriaanse vespers. In fragment 3 hoor je het lied 'O Felix Anima', gecomponeerd door HIldegard von Bingen. Dit lied lijkt wel een beetje op het Gregoriaans, maar er zijn wel verschillen te horen. Zo is dit lied uitgevoerd door vrouwen en is ook het aantal stemmen is niet gelijk.
Noem nog twee verschillen tussen beide melodieën.
2
3

Slide 48 - Open question

This item has no instructions



Bij welke manier van zingen hoort dit fragment?
A
gregoriaans
B
parallel organum
C
vrij organum
D
eenstemmig

Slide 49 - Quiz

This item has no instructions