This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
CONSTRUCTIES
Slide 1 - Slide
Wat denk jij dat de betekenis van constructie is?
Slide 2 - Mind map
Aan het einde van de les...
... weet je wat constructies zijn.
... kan je voorbeelden van constructies noemen.
... kan je uitleggen wat duw- en treksterkte is.
... wat vormstijfheid is en hoe deze kan veranderen.
... wat een profiel is.
... welke soorten constructies er zijn.
... wat er nodig is om een sterke constructie te maken.
Slide 3 - Slide
Wat zijn constructies?
"Iets wat in elkaar is gezet uit minimaal twee onderdelen".
"Het bouwen van iets uit onderdelen".
Slide 4 - Slide
Geef 2 voorbeelden van een constructie.
Slide 5 - Mind map
veilig en stevig
Een constructie moet veilig zijn.
Tijd voor onderzoek!
Slide 6 - Slide
materiaalkeuze
Elk materiaal heeft zijn specifieke eigenschappen.
Het ene materiaal heeft een grote duwsterkte.
Het andere materiaal heeft een grote treksterkte.
Slide 7 - Slide
onderzoek 1
Pak een satéprikker en een droge draad spaghetti.
Onderzoek hun materiaal eigenschappen.
Wat moet je door om te bewijzen dat hun materiaaleigenschappen verschillen?
timer
5:00
Slide 8 - Slide
Wat moet je doen om te bewijzen dat een satéprikker en een spaghettidraad verschillende materiaaleigenschappen hebben?
Slide 9 - Open question
duw - en treksterkte
Duwsterkte: De kracht die nodig is om een materiaal samen te drukken. Stel je voor dat je een spons in je hand samenknijpt. De kracht die je gebruikt om de spons kleiner te maken, is een voorbeeld van duwsterkte.
Treksterkte: materiaal met een hoge treksterkte is sterk als er gewicht aan trekt.
Slide 10 - Slide
Tekst
Tekst
duwsterkte
treksterkte
Slide 11 - Drag question
vorm en vormstijfheid
Bij sommige materialen kan je de vormstijfheid veranderen.
Sommige vormen zijn in constructies sterkter dan andere.
Slide 12 - Slide
onderzoek 2
Pak een velletje papier.
Zet het rechtop. Hoe lang blijft het staan?
Vergroot de vormstijfheid zodat het beter blijft staan.
Wat moet je doen om de vormstijfheid te vergroten?
timer
5:00
Slide 13 - Slide
onderzoek 3
Pak een werkblad en verzamel de materialen.
Onderzoek welke vorm het stevigst is.
timer
10:00
Slide 14 - Slide
verbindingen
Materialen worden dus sterker als je de vorm verandert.
Een profiel is de vorm die je aan een materiaal geeft.
Je kunt een beweegbare verbinding maken.
Je kunt een vaste verbinding maken.
Slide 15 - Slide
buisprofiel of O-profiel
(bv afvoer - fietsen)
U profiel
(bv muurtje/ schutting)
Slide 16 - Slide
H profiel
(bv: huizenbouw)
L profiel
(bv: kasten en banken)
Slide 17 - Slide
onderzoek 4
Pak een vel papier.
Knip het in 3 gelijke stukken.
Maak/vouw/plak een L profiel, U profiel en H profiel.
Elk profiel is 5 cm lang.
Welk profiel maakt het papier het sterkst en wat heb je gedaan om dat te bereiken?
timer
8:00
Slide 18 - Slide
beweegbare verbinding
vaste verbinding
Slide 19 - Drag question
Slide 20 - Video
OPDRACHT
Je gaat een BRUG ontwerpen en bouwen samen met twee anderen. De brug moet aan de volgende eisen voldoen:
Je ontwerp laat constructievorm en materiaalgebruik zien.
De brug is minstens 30 cm lang.
Maak twee pijlers waar de brug tussen komt.
Er moet een speelgoedautootje over kunnen rijden.
Slide 21 - Slide
Conclusies over constructie
Gebouwen, bruggen, voorwerpen zijn gemaakt door middel van constructies.
De constructies moeten veilig en dus stevig zijn.
Er zijn drie aspecten die zorgen voor de stevigheid
Het materiaal dat wordt gebruikt, zoals bijv staal