Les dinsdag 3 september

Les Dienstag 3 September

Doelen:
- We kennen een aantal woorden van de vorige les.
- We kunnen de e/i-Wechsel  en a/ä-Wechsel in een zin gebruiken.
1 / 46
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Les Dienstag 3 September

Doelen:
- We kennen een aantal woorden van de vorige les.
- We kunnen de e/i-Wechsel  en a/ä-Wechsel in een zin gebruiken.

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Nakijken:  
-Seite 14 t/m 17 nr 4, 5, 6, 7, 8, 9
- Seite 24 t/m 27 nr 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22
- oefenen woorden
- Herhalen e/i-Wechsel en a/ä-Wechsel

Slide 2 - Slide

Woorden oefenen
- Pak je  laptop en log in. 


Slide 3 - Slide

die Kellnerin =

Slide 4 - Open question

die Anzeige =

Slide 5 - Open question

die Hauptschule =

Slide 6 - Open question

zuverlässig

Slide 7 - Open question

hotelfachfrau

Slide 8 - Open question

postleitzahl =

Slide 9 - Open question

Feiertag =

Slide 10 - Open question

pünktlich =

Slide 11 - Open question

e/i-Wechsel
- Wat weten we nog??????

Slide 12 - Slide

E/i-Wechsel
Wanneer? Bij du, er, sie, es

lange klank, dan wordt e > ie     bijv. sehen, du siehst
korte klank, dan wordt e > i     bijv. treffen, er trifft

Uitgangen hetzelfde als regelmatig werkwoord.

Uitzondering: geben en nehmen zijn lang maar krijgen toch een i


Slide 13 - Slide

ich
du
er/ sie/ es
wir
ihr
Sie/ sie
mach
mach
mach
mach
mach
mach
Hoe zat het ook alweer?
timer
0:30
e
st
t
en
en
t

Slide 14 - Drag question

Ich treffe sie heute nicht. Vielleicht _______ du sie?
timer
0:15

Slide 15 - Open question

Ich sehe das Schiff nicht mehr? __________ du es noch?
timer
0:15

Slide 16 - Open question

Ich nehme ein Stück Torte. Was ___________ sie (ev)?
timer
0:15

Slide 17 - Open question

Ich helfe ihr immer montags. Wann __________ er ihr?
timer
0:15

Slide 18 - Open question

Du __________ (vergessen) doch nicht meinen Geburtstag?
timer
0:15

Slide 19 - Open question

Ich __________ (gehen) morgen nicht mit in die Stadt.
timer
0:15

Slide 20 - Open question

Peter __________ (geben) immer die falsche Antwort.
timer
0:15

Slide 21 - Open question

Der Diktator (versprechen) __________ seinem Volk mehr Freiheit.
timer
0:15

Slide 22 - Open question

Ich finde, dass Petra schlecht
(aussehen) __________ .
timer
0:15

Slide 23 - Open question

Wat klopt niet? Vergesst du deine Tasche nicht?
timer
0:15

Slide 24 - Open question

Wat klopt niet? Ich liese die Zeitung später.
timer
0:15

Slide 25 - Open question

Wat klopt niet? Kannst du mir hilfen?
timer
0:15

Slide 26 - Open question

Wat klopt niet? Nehmst du bitte die Tasse mit?
timer
0:15

Slide 27 - Open question

Samen

- Maken: nr 17a ( luisteren en de ontbrekende letters invullen)

Slide 28 - Slide

a/ä-Wechsel

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

a/ä-Wechsel
Wanneer?      Bij du, er, sie, es
                           Sterke werkwoorden met een A in de stam.

Uitgangen hetzelfde als regelmatig werkwoord.


Slide 31 - Slide

ich
du
er/ sie/ es
wir
ihr
Sie/ sie
kauf
kauf
kauf
kauf
kauf
kauf
Hoe zat het ook alweer?
timer
0:30
e
st
t
en
en
t

Slide 32 - Drag question

Ich fahre heute nicht weg. Vielleicht (fahren )_____ du weg?
timer
0:15

Slide 33 - Open question

Ich lasse das Kind nicht allein? _(lassen)_________ du es allein?
timer
0:15

Slide 34 - Open question

Ich trage deine Tasche. Was ___(tragen)________ er ?
timer
0:15

Slide 35 - Open question

Ich schlafe gerne im Morgen. Wann __(schlafen)_____ ihr gern?
timer
0:15

Slide 36 - Open question

Du __________ (lassen) nicht doch nicht alles tun?
timer
0:15

Slide 37 - Open question

Sie_f_________ (anfangen) immer ganz früh _____.
timer
0:15

Slide 38 - Open question

Peter ________ (waschen) sich 20 Sekunden die Hände.
timer
0:15

Slide 39 - Open question

Der Schiedsrichter (laufen) __________ schnell weg.
timer
0:15

Slide 40 - Open question

Ich finde, dass Petra schlecht
(wachsen =groeien) __________ .
timer
0:15

Slide 41 - Open question

Wat klopt niet? Trägst du deine Tasche nicht?
timer
0:15

Slide 42 - Open question

Wat klopt niet? Ich lasst mein Fahrrad zu Hause.
timer
0:15

Slide 43 - Open question

Wat klopt niet? Grabt er das Grab?
timer
0:15

Slide 44 - Open question

Wat klopt niet? ich läufe im Winter Ski.
timer
0:15

Slide 45 - Open question

Hausaufgaben Dienstag
An die Arbeit ( niet af huiswerk )

- Maken: nr 25, 26, 27,, 28, 29, 30 ( blz 29 t/m 31 )
Bij opdracht 30 alleen ontbrekende letters invullen. 
- Leren woorden blz 49 Nr A+B ( Duits - Nederlands)


Slide 46 - Slide