Ontdek Diverse Sectoren in Nederland

Sectoren in Nederland
Welke sector past bij jou?
1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Sectoren in Nederland
Welke sector past bij jou?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kan de student diverse sectoren in Nederland benoemen en de belangrijkste kenmerken van drie sectoren noemen waarin hij graag zou willen werken.

Slide 2 - Slide

Introduceer het leerdoel van de les en leg uit wat er van de studenten wordt verwacht.
Wat weet je al over verschillende sectoren in Nederland?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn sectoren?
Sectoren zijn groepen van bedrijven die actief zijn in dezelfde industrie. Bijvoorbeeld: de gezondheidszorg, de bouw en de financiële sector.

Slide 4 - Slide

Leg uit wat sectoren zijn en geef een aantal voorbeelden.
Belangrijke sectoren in Nederland
In Nederland zijn er veel belangrijke sectoren zoals de gezondheidszorg, de bouw, de financiële sector, de IT-sector, de agrarische sector en de transportsector.

Slide 5 - Slide

Geef een overzicht van de belangrijkste sectoren in Nederland.
Gezondheidszorg
De gezondheidszorg is een sector die zich richt op het bevorderen en behouden van de gezondheid van mensen. Het is een groeiende sector waarin veel verschillende functies zijn.

Slide 6 - Slide

Beschrijf de belangrijkste kenmerken van de gezondheidszorg en geef voorbeelden van verschillende functies.
Bouw
De bouwsector is verantwoordelijk voor het ontwerpen, bouwen en onderhouden van gebouwen en infrastructuur. Het is een sector waarin veel verschillende beroepen voorkomen.

Slide 7 - Slide

Beschrijf de belangrijkste kenmerken van de bouwsector en geef voorbeelden van verschillende beroepen.
Financiële sector
De financiële sector omvat alle bedrijven die zich bezighouden met financiële dienstverlening, zoals banken, verzekeraars en beleggingsfondsen. Het is een sector die zich snel ontwikkelt.

Slide 8 - Slide

Beschrijf de belangrijkste kenmerken van de financiële sector en geef voorbeelden van verschillende bedrijven.
IT-sector
De IT-sector omvat alle bedrijven die zich bezighouden met informatietechnologie en computerprogrammering. Het is een sector die zich snel ontwikkelt en waarin veel verschillende beroepen voorkomen.

Slide 9 - Slide

Beschrijf de belangrijkste kenmerken van de IT-sector en geef voorbeelden van verschillende beroepen.
Agrarische sector
De agrarische sector houdt zich bezig met landbouw en veeteelt. Het is een sector die van oudsher belangrijk is voor Nederland en waarin veel verschillende beroepen voorkomen.

Slide 10 - Slide

Beschrijf de belangrijkste kenmerken van de agrarische sector en geef voorbeelden van verschillende beroepen.
Transportsector
De transportsector omvat alle bedrijven die zich bezighouden met het vervoeren van goederen en mensen. Het is een sector die sterk afhankelijk is van de economie en waarin veel verschillende beroepen voorkomen.

Slide 11 - Slide

Beschrijf de belangrijkste kenmerken van de transportsector en geef voorbeelden van verschillende beroepen.
Welke sector past bij jou?
Welke sector past het beste bij jou en waarom? Denk na over de kenmerken van de verschillende sectoren en welke aspecten jij belangrijk vindt in een baan.

Slide 12 - Slide

Stimuleer de studenten om na te denken over welke sector het beste bij hen past en waarom.
Presentatie
Laat de studenten hun gekozen sector presenteren aan de klas. Bespreek de belangrijkste kenmerken van de sector en waarom deze aanspreekt.

Slide 13 - Slide

Laat de studenten hun presentatie voorbereiden en geef tijdens de presentatie constructieve feedback.
Reflectie
Reflecteer op de les en wat je hebt geleerd. Welke sector spreekt jou het meest aan en waarom?

Slide 14 - Slide

Laat de studenten reflecteren op wat ze hebben geleerd en stimuleer hen om na te denken over hun toekomstige loopbaan.
Einde les
Bedankt voor het deelnemen aan deze les. We hopen dat je meer hebt geleerd over de verschillende sectoren in Nederland en welke bij jou passen.

Slide 15 - Slide

Sluit de les positief af en geef aan dat vragen altijd welkom zijn.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 17 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.