This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Bienvenidos a la clase de español
Welke dag is vandaag? - Hoy es martes, 9 de abril
Slide 1 - Slide
¿Qué vamos a hacer hoy?
Repasar (herhalen) vocabulario van En verano en Cádiz. 6.4 (libro de ejercicios, p104)
Slide 2 - Slide
¿Cuál es la meta de hoy?
Aan het einde van de les:
kan ik vertellen wat ik vanochtend heb gedaan (presente perfecto)
ken ik de 4 onregelmatige werkwoorden bij vtt in het Spaans
Slide 3 - Slide
¿Cuál es la meta de hoy?
Aan het einde van de les:
kan ik vertellen wat ik het leuk in mijn vrije tijd vind om te doen (me gusta-me gusta mucho-me encanta-no me gusta-no me gusta nada) + jugar al fútbol (voorbeeld)
ken ik de 4 Seizoenen = las cuatro estaciones del año
kan vertellen: hoe het weer is: Hace buen/mal tiempo; hace sol, hace calor/frío, llueve, hay tormenta.
Slide 4 - Slide
Las reglas:
Respect:
Mag niet meer naar de wc tijdens de les
Als iemand praat is de rest stil
Ik steek me vinger op als ik iets wil zeggen
We maken elkaar niet belachelijk
Mobiele telefoon in je kluisje
Slide 5 - Slide
Capítulo 6
En verano en Cádiz
Inleiding: Libro de texto pág. 50
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
1. el programa de actividades
2. la instrucción
3. el formulario
4. participar en
5. rellenar
6. llevar
7. traer
8. la linterna
9. el jersey abrigado
10. el bañador
11. el bikini
12. tener miedo
13. la tabla de surf
14. se hace de noche
15. volver
16. olvidar
17. está prohibido
18. hay que
19. frío/-a
20. estúpendo
21. es una lástima
22. demasiado
Vocabulario
Slide 9 - Slide
Futuro inmediato
Capítulo 5
ir a + infinitivo
Esta tarde .......
Esta noche ......
Slide 10 - Slide
Presente perfecto
Capítulo 6
haber + ado
haber + ido
Esta mañana ....
Slide 11 - Slide
Wat is het verschil tussen het werkwoord ser en estar?
VTT - Presente perfecto (p. 53)
yo
tú
él/ ella/ usted
nosotros
vosotros
ellos/ ellas/ ustedes
HABER
he
has
ha
hemos
habéis
han
ww: -AR
stam +ado
ww: -ER / -IR
stam +ido
timer
6:00
Slide 12 - Slide
Wat is het verschil tussen het werkwoord ser en estar?