PC 21 | Nabeschouwing

PC 21 | Europese Unie
Nabeschouwing
1 / 21
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

PC 21 | Europese Unie
Nabeschouwing

Slide 1 - Slide

Waarom sloten er 14 landen uit Centraal- en Oost-Europa zich pas vanaf 2004 aan?
A
Ze hadden toen genoeg geld voor lidmaatschap.
B
Geen communisme en burgeroorlogen meer.

Slide 2 - Quiz

Wat betekent een economisch machtsblok?

Slide 3 - Open question

Welk land is onlangs uit de EU gestapt?
A
Engeland
B
Ierland
C
Schotland
D
Groot-Brittannië

Slide 4 - Quiz

Wat is het hoofddoel van de EU?
A
vrede en welvaart
B
handel en welvaart
C
open grenzen en welvaart
D
open grenzen en vrede

Slide 5 - Quiz


Wat heeft de EU niet?
A
Een interne markt
B
Een leger
C
Een eigen munt
D
Open grenzen

Slide 6 - Quiz

Door de EU
A
Werken meer Nederlanders in Polen
B
Groeit de economie van Nederland
C
Worden de verschillen binnen de EU groter
D
Hebben wij over Nederland minder te zeggen

Slide 7 - Quiz

De EU is een...
A
economische samenwerking
B
politieke samenwerking
C
economische en politieke samenwerking

Slide 8 - Quiz

Wat is multicultureel?
A
Veel mensen die vlak bij elkaar wonen.
B
Veer verschillende culturen in een land.
C
Dat mensen meer culturen kunnen hebben.
D
Een cultuur die veel in een land voorkomt.

Slide 9 - Quiz

Wat is een voordeel van de EU?
A
Stabiliteit en vrede
B
Als land alleen heb je minder macht en invloed
C
Vrije handel
D
Vrij verkeer van personen

Slide 10 - Quiz

De EU is een...
A
economische samenwerking
B
politieke samenwerking
C
economische en politieke samenwerking

Slide 11 - Quiz

Leg uit hoe selectieve migratie leidt tot ontgroening en vergrijzing van het vertrekgebied

Slide 12 - Open question

Wat was er in 1957.
A
EGKS
B
Verdrag van schengen
C
EEG
D
EU

Slide 13 - Quiz

De EU heeft op dit moment:
A
26 lidstaten
B
27 lidstaten
C
28 lidstaten
D
29 lidstaten

Slide 14 - Quiz

Arbeidsmigranten binnen de EU
A
Mogen zonder voorwaarden komen
B
Mogen Nederland in, onder voorwaarden
C
Mogen Nederland niet in

Slide 15 - Quiz

Vrij verkeer van goederen en personen hoort bij het verdrag van Schengen.
A
Goed
B
Fout

Slide 16 - Quiz

Hoort Nederland bij de Schengenzone?
A
Ja
B
nee

Slide 17 - Quiz

Alle lidstaten van de EU doen mee aan het akkoord van Schengen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Dat wij vrij mogen reizen van Nederland naar Duitsland, heeft te maken met deze samenwerking.
A
De eurozone
B
Het Schengen-verdrag
C
De Europese Raad
D
Het EU-lidmaatschap

Slide 19 - Quiz

Waarom is het Verdrag van Schengen belangrijk?
A
In dit verdrag is afgesproken welke territoriale wateren bij de Europese landen horen.
B
In dit verdrag is precies opgeschreven welke enclaves van Baarle bij Nederland en België (zie plaatje) horen.
C
In dit verdrag staat dat gemeenten aan beide kanten van een landsgrens moeten gaan samenwerken.
D
In dit verdrag is afgesproken dat kapitaal, goederen, diensten en personen zonder controles de onderlinge grenzen mogen passeren.

Slide 20 - Quiz

Door verdrag van Schengen is de grenspendel enorm....
A
toegenomen
B
afgenomen

Slide 21 - Quiz