Havo 4 P3 week 5 22 - 23 schrijfopdracht

Debatteren & voorbereiden
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Debatteren & voorbereiden

Slide 1 - Slide

Examentraining 
Nederlands!
Ingrid Hordijk-Deinum
hor@hetnieuwelyceum.nl

aanwezig: di, do, vr



Nederlandse taal en literatuur
Lesweek 5


Les 1: opzet debat en schrijfoefening
 
Les 2: uitwerking schrijfopdracht (individueel)





Slide 2 - Slide

Examentraining 
Nederlands!
Ingrid Hordijk-Deinum
hor@hetnieuwelyceum.nl

aanwezig: di, do, vr



Nederlandse taal en literatuur, LES 1
8:40 - 8:50 Lezen
9:00 -  9:15  Instructie debat en schrijfopdracht
Je leert jouw debatteam kennen en je weet uit welke stellingen je kunt kiezen.  
> Kies samen een argumentatiekaart uit. 

9:15 - 9:45 kies uit:  
> Je schrijft een opzetbeurt voor voor- en tegenstanders uit. (argumentatiekaart, kladpapier, geen laptop)
> Je bekijkt een opzetbeurt van voor- en tegenstanders (schooldebatteren.nl). 
> Je maakt een mindmap met daarop alle voor- en tegenargumenten. 
> Je verzint een originele, pakkende opening voor de introductie van de stelling en bedenkt een passende afsluiter.   
> Je checkt wat je moet leren voor de proef op 21 februari


Slide 3 - Slide

Examentraining 
Nederlands!
Ingrid Hordijk-Deinum
hor@hetnieuwelyceum.nl

aanwezig: di, do, vr



Nederlandse taal en literatuur, LES 2
Deze les kun je kiezen uit:  

> VERPLICHT -Je schrijft een opzetbeurt voor voor- en tegenstanders uit. (argumentatiekaart, kladpapier, laptop). Je levert deze schrijfopdracht in via de ELO of op papier deze les. 45 min. 

> 10 min. lezen in jouw leesboek (PO 3)

> Je checkt wat je moet leren voor de proef op 21 februari en tekent werk van pensum 3 af. (zie studiewijzer, werk pensum 3 = toetsstof) 5 min.

> Je volgt een kleine instructie met oefening over feitelijke en waarderende argumenten (toetsonderdeel) 8 min. 

Slide 4 - Slide

Examentraining 
Nederlands!
Ingrid Hordijk-Deinum
hor@hetnieuwelyceum.nl

aanwezig: di, do, vr



Nederlandse taal en literatuur, LES 2
Opzetbeurt = schrijfopdracht P3

Aandachttrekker
Stelling definiëren 
Probleem uitleggen en daarna uitleggen waarom de stelling het probleem oplost. 
Probleem uitleggen en daarna uitleggen waarom de stelling het probleem NIET oplost. 
Argument 1
Argument 2
Argument 3
Afsluiting

Tips: 
4 min. spreektijd = ongeveer anderhalf A4 getypt
schrijf voor- en/of tegen uit, overleg in jouw groepje kort. 



Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Lezen H3
G3A
02-02-22
Argumentatie

Slide 8 - Slide

Feitelijk - waarderend
Een feitelijk argument is controleerbaar, een waarderend argument niet: daarover kun je van mening verschillen.

Feitelijk argument: 
Ik ga graag naar Trianon, want die bioscoop is bij mij om de hoek.

Waarderend argument:
Ik ga graag naar Trianon, want dat is de mooiste bioscoop van Leiden.



Slide 9 - Slide

Een feitelijk argument kan zijn:
A
een norm of waarde
B
geloof of overtuiging
C
een vermoeden
D
onderzoek of wetenschap

Slide 10 - Quiz

Feitelijk of waarderend argument?
Je moet je warm kleden als je de deur uitgaat, want de temperatuur komt vandaag niet boven nul.
A
feitelijk argument
B
waarderend argument

Slide 11 - Quiz

Met een korting van 50 procent op groente en fruit gaan mensen aanzienlijk gezonder eten.

Is dit een feitelijk of niet feitelijk argument?
A
feitelijk argument
B
niet-feitelijk argument

Slide 12 - Quiz