3.5 Het parlement controleert (MAVO)

H3 Politiek
§3.5 Het parlement controleert
Begrippen:
  • Parlement
  • Stemrecht
  • Recht van amendement
  • Recht van initiatief
  • Vragenrecht
  • Motierecht
  • Recht van interpellatie
  • Enquêterecht
  • Coalitie
  • Oppositie
Opdrachten:
1, 4, 7, 10, 13, 15, 16, 17 (blz. 48-51 WB)
+ begrippen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H3 Politiek
§3.5 Het parlement controleert
Begrippen:
  • Parlement
  • Stemrecht
  • Recht van amendement
  • Recht van initiatief
  • Vragenrecht
  • Motierecht
  • Recht van interpellatie
  • Enquêterecht
  • Coalitie
  • Oppositie
Opdrachten:
1, 4, 7, 10, 13, 15, 16, 17 (blz. 48-51 WB)
+ begrippen

Slide 1 - Slide

Het parlement =   Staten Generaal =
Tweede Kamer (150) en Eerste Kamer (75)
Tweede kamer (150)
  • Direct gekozen
  • Wetsvoorstellen: indienen, goedkeuren/afkeuren en veranderen
Eerste kamer (75)
  • Indirect gekozen
  • Wetsvoorstellen: goedkeuren/ afkeuren (NIET indienen /veranderen)
Het parlement =
De volksvertegenwoordigers!!!

Slide 2 - Slide


Taken van het parlement:
1.    (Mede)wetgeving.
2.    Controleren van de regering.

1e en 2e kamer wetgevende rechten:
  • Stemrecht (goedkeuren/afkeuren)
Extra wetgevende rechten 2e kamer:
  • Recht van initiatief (wetsvoorstel indienen)
  • Recht van amendement (wetsvoorstellen aanpassen)
1e en 2e kamer controlerende rechten:
  • Vragenrecht (mondeling/per brief vragen stellen)
  • Motierecht (mening/opdracht geven)
  • Recht van interpellatie (ter verantwoording roepen)
  • Enquêterecht (onderzoek)
Taken en rechten van het Parlement

Slide 3 - Slide

Wie heeft er meer macht?
Tweede Kamer of Eerste Kamer?
Waarom?
timer
1:30

Slide 4 - Open question

Regeringspartijen 


De andere partijen = oppositie
= (bijna altijd) meerderheid Tweede Kamer
= (bijna altijd) minderheid Tweede Kamer
= coalitie
= oppositie

Slide 5 - Slide

Wie heeft er meer macht?
Coalitie of oppositie?
Waarom?
timer
1:30

Slide 6 - Open question

Taken van de regering/kabinet
1. Dagelijks bestuur van het land
2. (mede)wetgeving
Taken van het parlement
1. Controleren van de regering
2. (mede)wetgeving

Slide 7 - Slide

Het kabinet kan een wet goedkeuren of afkeuren.
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 8 - Quiz

Een minister kan ook in de Tweede Kamer zitten.
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 9 - Quiz

Wie heeft er meer macht?
De regering of het parlement?
Waarom?
timer
1:30

Slide 10 - Open question

H3 Politiek
§3.5 Het parlement controleert
Begrippen:
  • Parlement
  • Stemrecht
  • Recht van amendement
  • Recht van initiatief
  • Vragenrecht
  • Motierecht
  • Recht van interpellatie
  • Enquêterecht
  • Coalitie
  • Oppositie
Opdrachten:
1, 4, 7, 10, 13, 15, 16, 17 (blz. 48-51 WB)
+ begrippen

Slide 11 - Slide