2H Unit 4 Speaking

2H Unit 4 Lesson 3 Speaking
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2H Unit 4 Lesson 3 Speaking

Slide 1 - Slide

Today
Goal(s):
- Learn how to adress someone politely. 
- Learn how to ask for and provide every day goods and services. 

Slide 2 - Slide

Today
1. Vocabulary Lesson 2
2. Words to use in supermarkets
2. Polite synonyms
3. Expressions
4. Create your own conversation

 

Slide 3 - Slide

Vocabulary
Exercise 2 on page 144: fill out the correct words.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Connect the synonyms to each other. 
Do you know...
Can you show me... 
Excuse me... 
No
Thanks
Wait
You're welcome
Do you happen to know...
My pleasure!
Hold on, please.

Would you mind showing me?
No trouble at all/not at all
Sorry to trouble you
Cheers / thank you

Slide 6 - Drag question

Expressions
p. 146 of your book. 

Slide 7 - Slide

Adressing someone politely:
Pardon. (Sorry dat ik u lastig val).

Slide 8 - Open question

Adressing someone politely: Ogenblikje alstublieft.

Slide 9 - Open question

Thanking someone:
Toch bedankt.

Slide 10 - Open question

Thanking someone:
Graag gedaan. Ik ben blij dat ik kon helpen.

Slide 11 - Open question

Giving advice:
Ik zou een beetje zout toevoegen.

Slide 12 - Open question

Giving advice:
Als ik jou was..

Slide 13 - Open question

Finishing a conversation:
Het beste!

Slide 14 - Open question

Create your own conversation between a customer and a shelf stacker . Use the expressions and vocabulary from Lesson 3 (p172/173). Include the following points in the conversation. Start with the customer. Write down your conversation in your notebook. 
A. Customer. 
  • Zoek de aandacht van de vakkenvuller. Be polite!
  • Je wil graag weten waar je de melkproducten kunt vinden. 
  • Je bent opzoek naar kwark en magere melk maar kunt dit niet vinden. Vraag of de vakkenvuller met je mee wil lopen. 
  • Bedank vriendelijk en zeg gedag. 
B. Shelf stacker
  • Je reageert vriendelijk op de klant. 
  • Je omschrijft waar de klant de melkproducten kan vinden. 
  • Je geeft aan het geen probleem te vinden om even mee te lopen. Je hoopt dat ze het niet erg vindt maar je moet nu echt gaan. 
  • Je bent blij dat je kon helpen en neemt op een vriendelijke manier afscheid. 

Slide 15 - Slide

Homework
Exercise 5 and 6 on page 147

Slide 16 - Slide