Lesson 2.1 - Vocabulary
1 / 16
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
to choose
A
kans
B
kiezen
C
wisselen
D
draaien
Slide 2 - Quiz
drums
A
tromgeroffel
B
trompet
C
klap
D
drumstel
Slide 3 - Quiz
example
A
vraag
B
voorbeeld
C
examen
D
toets
Slide 4 - Quiz
famous
A
beroemd
B
faam
C
bekentenis
D
bekennen
Slide 5 - Quiz
guest
A
gok
B
avontuur
C
logeren
D
gast
Slide 6 - Quiz
guitar
A
viool
B
gitaar
C
cello
D
guitig
Slide 7 - Quiz
holiday
A
vakantie
B
kerst
C
dag
D
zondag
Slide 8 - Quiz
important
A
kiezen
B
belangrijk
C
brengen
D
niet belangrijk
Slide 9 - Quiz
to learn
A
lopen
B
leren
C
wandelen
D
huiswerk maken
Slide 10 - Quiz
(musical) instrument
A
schoolmusical
B
muziek
C
muziek instrument
D
concert
Slide 11 - Quiz
to play
A
muziek luisteren
B
sporten
C
spelen
D
een balspel
Slide 12 - Quiz
to practise
A
oefenen
B
praktijkleren
C
les volgen
D
huiswerk maken
Slide 13 - Quiz
to use
A
oefenen
B
maken
C
gebruiken
D
leren
Slide 14 - Quiz
way
A
weg
B
manier
C
wijzen
D
daar
Slide 15 - Quiz
young
A
kind
B
jong
C
baby
D
volwassene
