gezinsbudget

gezinsbudget
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Mens en samenlevingSecundair onderwijs

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

gezinsbudget

Slide 1 - Slide

inkomsten + uitgaven
Budget bestaat uit inkomsten en uitgaven. 

inkomsten: geld dat je krijgt 
uitgaven: geld dat je uitgeeft

Slide 2 - Slide

inkomsten

Slide 3 - Mind map

uitgaven

Slide 4 - Mind map

Een kijkje in het leven van mevrouw Vanlerberghe...

Slide 5 - Slide

Elke maand krijg ik een loon op mijn rekening gestort.
A
inkomsten
B
uitgaven

Slide 6 - Quiz

De 28ste betaal ik steeds de huur van mijn woning.
A
inkomsten
B
uitgaven

Slide 7 - Quiz

De mutualiteit betaalde een medicijn terug.
A
inkomsten
B
uitgaven

Slide 8 - Quiz

Op de kerstmarkt kreeg ik 2 euro terug doordat ik mijn glas terugbracht.
A
inkomsten
B
uitgaven

Slide 9 - Quiz

Ik betaalde met een cadeaubon een etentje.
A
inkomsten
B
uitgaven

Slide 10 - Quiz

uitgaven
vaste kosten - variabele kosten

Slide 11 - Slide

Mijn huur die ik elke maand moet betalen is een voorbeeld van vaste kosten.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

vaste kosten zijn kosten die elke keer hetzelfde zijn
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

De ene week betaal ik 40 euro aan benzine, de andere week betaal ik 45 euro. Dit is een voorbeeld van vaste kosten.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Variabele kosten zijn maandelijkse kosten.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Variabele kosten zijn kosten die telkens verschillen.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

uitgaven
Vaste: kosten die op geregelde tijdstippen terugkomen
variabele: uitgaven die wisselend zijn

Slide 17 - Slide

huur

restaurant
autolening

brandverzekering

boodschappen
parkeerkost
vaste kosten
variabele kosten

Slide 18 - Drag question

Slide 19 - Slide