Farma H15 CVRM

CVRM
1 / 25
next
Slide 1: Slide
FarmacotherapieMBOStudiejaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

CVRM

Slide 1 - Slide

timer
1:00
Waar denken jullie aan bij CVRM?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Wat zijn de risicofactoren bij CVRM?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide


A2-antagonisten blokkeren de werking van angiotensine-2. Ze hebben dezelfde werking als:
A
calciumantagonisten
B
nitraten
C
Ace-remmers
D
Beta-blokkers

Slide 10 - Quiz

Ace-remmers werken met name in op:
A
de bloedvaten
B
de nieren
C
het hart
D
het sympatisch zenuwstelsel

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Bij het inbrengen van een geneesmiddel, krijg je een interactie tussen ACE-remmer en diuretica. Welke geneesmiddel is de ACE-remmer?
A
chlooralidon
B
enalapril
C
amiloride
D
hydrochloorthiazide

Slide 13 - Quiz

Een Patient krijgt al jaren enalapril, daar komt nu voor de eerste keer hydrochloorthiazide bij. Wat moet je adviseren over deze combinatie?
A
Naar de huisarts
B
Deze combinatie geeft geen problemen
C
2 tot 3 dagen stoppen met de enalapril
D
dosering van hydrochloorthiazide langzaam opbouwen

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Calciumantagonisten worden behalve bij hypertensie ook gebruikt bij?
A
Oedeem
B
urineretentie
C
decompensatio cordis
D
angina pectoris

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

interactie met antibiotica
spierklachten
IA met grapfruitsap
remt aanmaak cholesterol
remt opname van cholesterol uit darm
Heeft een IA met Colestyramine

Slide 20 - Drag question

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Volgende week H16 Diabetes
en
Maak een selfie met wat je van deze les vondt?

Slide 24 - Open question

Volgende week
Diabetes

Slide 25 - Slide