Benutze die Lernliste und die Grammatik (Modalverben & Wechselpräpositionen).
1. Hij wil op de boot staan.
2. De tentoonstelling vindt bij (aan) de ingang plaats.
3. De discussie tussen de spelers is spannend.
4. Ik zou de tekening willen winnen.
5. Kan je ook op het sportveld komen?
6. Het publiek mag in de boekhandel gaan.
7. Ik wil niet aan de conversatie deelnemen.
8. Wij moeten het instrument achter de stadions gooien.