6.2 deel 2, Breking lenzen

Doel van deze les
  • Je kunt uitleggen wat een brandpunt is.

  • Je kunt uitleggen waarom een bolle lens convergerend werkt en een holle lens divergerend.

  • Je kunt een brandpunt construeren en meten met een lens een een laser.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Doel van deze les
  • Je kunt uitleggen wat een brandpunt is.

  • Je kunt uitleggen waarom een bolle lens convergerend werkt en een holle lens divergerend.

  • Je kunt een brandpunt construeren en meten met een lens een een laser.

Slide 1 - Slide

Je ziet een wollen trui op een stoel hangen.
Je ziet dit vooral via:
A
Diffuse weerkaatsing en primair licht
B
Diffuse weerkaatsing en secundair licht
C
Spiegelende weerkaatsing en primair licht
D
Spiegelende weerkaatsing en secundair licht

Slide 2 - Quiz

Spitslichtjes zijn een vorm van:
A
Geen weerkaatsing
B
Primaire lichtbron
C
Spiegelende weerkaatsing
D
Diffuse weerkaatsing

Slide 3 - Quiz

Spitslichtjes

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

De hond ziet
het bot niet, omdat
A
De stralen van het bot niet weerkaatsen
B
De hond onder de spiegel staat
C
Het bot achter de hond is
D
De kijklijn van de hond niet door de spiegel gaat

Slide 6 - Quiz

Wat klopt er niet in deze tekening van breking van licht in een glazen balk?
A
De stralen lopen de verkeerde kant op.
B
De inkomende en uitgaande stralen zijn niet evenwijdig.
C
Er is breking van de normaal af in het glas.
D
Er is breking naar de normaal toe in het glas.

Slide 7 - Quiz

Wat klopt er niet in deze tekening van breking van licht in een glazen balk?
A
De stralen lopen de verkeerde kant op.
B
Er is breking naar de normaal toe in het glas.
C
Er is breking van de normaal af in het glas.
D
De inkomende en uitgaande stralen zijn niet evenwijdig.

Slide 8 - Quiz

Een reiger ziet een vis schuin voor zich in het water.
Waar is de vis in werkelijkheid?
A
Dichterbij de reiger, dan hij hem ziet.
B
Verder van de reiger, dan hij hem ziet.
C
Precies waar hij hem ziet.

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Zelfstandig lezen
5 min. alleen & in stilte

Lees in je boek blz:
187 t/m 188
vanaf “Toepassing Lenzen”

  • Schrijf vragen op
  • Maak een samenvatting
timer
3:00

Slide 12 - Slide

Uitleg lenzen
  • Constructie van de breking o.b.v. de normaal:

  • Hoe staat de normaal op een bol oppervlak?

  • Dus waar is de breking heen, als hij van glas naar lucht van de normaal af is?
  • Verwacht ik dat een bolle lens convergeert of divergeert? 

Slide 13 - Slide

Ezelsbruggen
  • Bolle lens positief +, omdat het licht concentreert:
    Meer intens maakt, in het brandpunt.
  • Holle lens negatief -, omdat het licht 'verdunt'
  • Bolle lens is convergerend. 'con' is Spaan voor 'met':
    licht komt bij elkaar
  • Holle lens is divergerend. Denk aan diversiteit = verscheidenheid: het gaat uit elkaar


Slide 14 - Slide

                   Ezelsbruggen
  • Nog beter!
  •                                Verzin je eigen ezelsbrug


    Simulatie

Slide 15 - Slide

Werken met zachtjes overleg
Opgaven: 14, 15, 17, 21, 24 blz. 189
Extra uitdaging: 25 & 26

Huiswerk:
14, 15, 17, 21, 24
 + speel met applet: https://shorturl.at/ejnDU

check je antwoorden in antwoordenboek in SOM
timer
10:00

Slide 16 - Slide

Practicum
  • Teken de stralengang door een bolle en een holle lens.
  • Bij de bolle lens: Meet de brandpuntsafstand op.
  • aBij de holle lens:
    Stippel de uitgande stralen verder naar achteren, totdat ze elkaar snijden.
    Meet dan de brandpuntsafstand op.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Hoe heet deze lijn midden door de lens?  

A. Middellijn
B. Middeloodlijn
C. Optisch midden
D. Optische as          

Slide 19 - Slide

Wat is waar?
A. De bovenste twee lenzen divergeren
      en de onderste twee convergeren?

B. De bovenste twee lenzen convergeren
      en de onderste twee divergeren?
  

Slide 20 - Slide

Is het punt B waar de stralen samenkomen een brandpunt?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

Waarom is punt B geen brandpunt.
A
Omdat hij niet op de optische as ligt.
B
Omdat de stralen links niet evenwijdig lopen.
C
Omdat de stralen uit het brandpunt moeten komen.
D
Omdat het aan de andere kant moet liggen.

Slide 22 - Quiz

Brandpunt
Brandpunt = Het snijpunt van de stralen die evenwijdig op de lens vallen. 

Brandpuntsafstand (f) = de afstand van een brandpunt tot het optische midden van een lens. 

Slide 23 - Slide