Bevruchting, zwangerschap, bevalling en aangeboren stoornissen

Bevruchting, zwangerschap, bevalling en aangeboren stoornissen 
1 / 51
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bevruchting, zwangerschap, bevalling en aangeboren stoornissen 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat komt aan bod?
  • We gaan het hebben over:
  • Menstruatie en eisprong
  • Ontwikkeling van een embryo
  • De placenta en de bloedsomloop
  • Ontwikkeling per maand 
  • De bevalling

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Menstruatie en eisprong 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

De eerste dagen na de bevruchting

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat denk je dat een placenta is?

Slide 16 - Mind map

Definitie:
"orgaan dat ervoor zorgt dat het ongeboren kind voedingsstoffen en zuurstof krijgt en dat afvalstoffen worden afgevoerd en dat na de geboorte wordt uitgedreven (moederkoek, nageboorte)"
Vruchtwater
Het embryo drijft in het vruchtwater. Het vruchtwater beschermt het emrbyo tegen stoten, uitdroging en temperatuurverandering.
Embryo
Het kind heet in de baarmoeder: embryo.
Navelstreng
Verbinding tussen de placenta en het embryo. In de navelstreng zitten bloedvaten.
Placenta
Deel van de baarmoederwand waar bloed van de moeder vlak langs bloed van het embryo stroomt. Daarom kunnen ze stoffen en zuurstof uitwisselen.
Bloedvaten embryo
Deze bloedvaten raken de bloedvaten van de moeder niet.
Bloedvaten moeder
Door de placenta kunnen er zuurstof en voedingsstoffen aan de baby gegeven worden. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Hoe lang duurt een zwangerschap?

Slide 18 - Mind map

  • A termé: 37-42 weken
  • Prematuur: 28- 37 weken
  • Immature baring: voor 28 weken
  • Serotien: langer dan 42 weken
  • Dysmatuur: kinderen met een te laag gewicht

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Wat is de volgorde van een zwangerschap en bevalling?
Innesteling
Embryo
Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

Ligging van een baby
Achterhoofdsligging
Volkomen stuitligging
Onvolkomen stuitligging

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Hulpmiddelen bij de bevalling
B.v.:
Baarkruk
Baarschelp
Bevallingsbad

Kiwi cup
Verlostang

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Het baren

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

De eerste 3 maanden van de zwangerschap noem je de
A
Embryonale fase
B
Foetale fase
C
Postnatale fase

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Welk hormoon zorgt voor misselijkheid in je zwangerschap?
A
HcG
B
prostaglandines
C
oestrogeen
D
oxytocine

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

De normale duur van de zwangerschap is
A
38-40
B
37-42
C
40-42
D
40

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Als een zwangerschap voldragen is dan noemen we dat
A
préterme
B
matuur
C
á terme
D
serotien

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions


Bij een normale zwangerschap en bevalling begeleidt de verloskundige de moeder (en kind). Wie doet dit bij een gecompliceerde zwangerschap en bevalling?
A
Huisarts
B
Gynaecoloog
C
Kinderarts

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

 aangeboren stoornissen

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Je kunt benoemen welke niet-chromosomale afwijken er kunnen voorkomen.

Je kunt benoemen welke schadelijke invloeden van buitenaf er tijdens de zwangerschap invloed kunnen hebben.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Niet-chromosomale afwijkingen

Slide 35 - Mind map

This item has no instructions

Klompvoet
1 op de 1250 geboortes
Afwijking begint onder de knie
Pezen en spieren in kuit zijn verkort
Gips/tape houdt voet in goede stand
Operatie om pezen te verlengen

80-90% kan op normale schoenen lopen

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Congenitale heupdysplasie
Heupluxatie, subluxatie, dysplasie

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Heupdysplasie
1 op de 300 kinderen
4x zo vaak bij meisjes als bij jongens.
Enkelzijdig - dubbelzijdig
Korte termijn: mank lopen
Lange termijn: versnelde slijtage + pijn + invaliditeit
Consultatiebureau doet tests > evt echo / foto's
Behandeling: spreidbroek

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Spina bifida
Zoek op:
Wat is het?
Oorzaak
Symptomen
Behandeling
Levensverwachting
gebruik hiervoor (ook) je pathologie boek

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Aangeboren afwijkingen door invloeden van buitenaf

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Schadelijke invloeden voor zwangerschap

Slide 43 - Mind map

This item has no instructions

Infectieziekten
  • Toxoplasmose > rauw vlees, uitwerpselen katten en ongewassen groente > kan leiden tot miskramen/overlijden/aangeboren afwijkingen
  • Cytomegalie > in speeksel / urine van kleine kinderen. Soort herpes > zorgt voor achterstanden in ontwikkeling
  • Rode hond > vaccinatie beschermd > bij infectie falen organen foetus
  • Urineweginfecties > kan weeën opwekken

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Infectieziekten
  • Hepatitis B > 70/90% kan op overdracht waardoor foetus chronisch drager (overdracht via borstvoeding niet aangetoond) > chronische leverontsteking + kans op leverkanker
  • Herpes simplex type 2 > besmetting via blaasjes bij bevalling > lokale infecties / orgaan falen / restverschijnselen aan huid en zenuwen
  • Syfilis > SOA > groeivertraging, overlijden of congenitale afwijkingen
  • HIV > alleen met HIV remmers 1-2% kans op overbrengen. Anders 30/40%. Overdracht via zwangerschap, bevalling of via borstvoeding

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

FAS
Foetaal Alcohol Syndroom

Alcohol > bloedsomloop moeder >
 placenta > bloedsomloop baby
Effecten:
Hersenen zijn kleiner en hebben minder groeven
Geboortegewicht is lager
Cognitieve + sociaal emotionele stoornissen




Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Roken tijdens de zwangerschap
Foetus is niet in staat schadelijke stoffen af te breken.
  • Verhoogde kans op miskraam > doorbloeding minder > vasoconstructie
  • Loslating placenta
  • Vroeggeboorte > kans van 27%
  • Verminderde groei
  • Aangeboren afwijkingen aan mond, voeten,
    longen en het hart.
  • Problemen op langere termijn: ADHD, oorinfectie,
    longproblemen, verkoudheden, obesitas etc.

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

wat is de complete benaming van FAS
A
Fataal alcoholsyndroom
B
fanatiek alcohol syndroom
C
form alcohol syndroom
D
foetaal-alcoholsyndroom

Slide 49 - Quiz

This item has no instructions

je kunt een baby met FAS niet herkennen wanneer het net geboren is
A
juist
B
onjuist

Slide 50 - Quiz

This item has no instructions

Vragen
Heb je nog vragen stel ze in de volgende les of plak ze dan op het bord.

Slide 51 - Slide

This item has no instructions