Recht 1.4 les 1 strafrecht

1 / 20
next
Slide 1: Slide
BurgerschapsonderwijsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Waar denk je aan bij strafrecht?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Casus
Een man en zijn vriendin maakten samen plannen om de echtgenote van de man om het leven te brengen. De man zou de vrouw in de slaapkamer overrompelen en bewusteloos slaan. Vervolgens zou hij haar naar de keuken slepen en haar daar door gasvergiftiging om het leven brengen. De plannen mislukten omdat de hamerslag waarmee de man de vrouw bewusteloos wilde slaan, haar hoofd nauwelijks raakte. De echtgenote schrok wakker, verzette zich hevig en haar man sloeg vervolgens op de vlucht. De man werd vervolgd in verband met een strafbare poging tot moord (art. 289 Sr; (NJ 1951, 480)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Als jij de advocaat van de man was, wat zou je dan aanvoeren als verweer tegen de strafbare poging tot moord?

Slide 8 - Open question

Ook nu zal de advocaat aanvoeren dat er nog geen begin van uitvoering van een
moord is. De man heeft de vrouw alleen maar een schampschot toegebracht, wat hooguit mishandeling (art. 300 Sr) kan opleveren.
Hoe zal de uitspraak van de rechter luiden; is er wel of niet sprake van een strafbare poging?

Slide 9 - Open question

De rechter zal wel van mening zijn dat er een strafbare poging is gedaan vanwege alle activiteiten die rechtstreeks zijn gericht op de uitvoering van het misdrijf: aanwezigheid op de plaats van het misdrijf, met geladen pistool, pruiken en dubbele kleding.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Is de man een medepleger?
Een man neemt in een winkel een portemonnee weg uit de jaszak van een klant. De klant wordt op dat moment afgeleid door een maat van de man, die precies op het goede moment 'per ongeluk' tegen hem op botst.
A
Ja, ze werkten bewust samen. Dus ze zijn medeplegers.
B
Nee, ze werkten niet bewust samen. Dus ze zijn geen medeplegers.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Worden de beide mannen gestraft en zo ja hoe?

Slide 14 - Open question

De uitlokker en de feitelijke pleger worden als daders gestraft.
Is de man een medepleger?
Een man neemt in een winkel een portemonnee weg uit de jaszak van een klant. De klant wordt op dat moment afgeleid door een andere man, die per ongeluk tegen hem op botst.
A
Ja, ze zijn medeplegers. Ze werkten bewust samen
B
Nee, Ze zijn geen medeplegers. Ze werkten niet bewust samen

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Een man beraamt een roofoverval. Hij vraagt een bekende om voor €100,- voor hem op de uitkijk te gaan staan.
Van welke vorm van deelneming is hier sprake?
A
Doen plegen
B
Medeplegen
C
Medeplichtigheid
D
Uitlokken

Slide 16 - Quiz

Nee, de man die op de uitkijk staat is medeplichtig vanwege zijn ondergeschikte
rol.
Twee mannen beramen een diefstal. Ze maken plannen, kopen spullen en huren een opslagruimte voor hun buit. Aangekomen op de plaats van bestemming besluiten ze dat het veiliger is als een van hen op de uitkijk blijft staan, terwijl de ander naar binnen gaat.
Van welke deelnemingsvorm is hier sprake?
A
Doen plegen
B
Medeplegen
C
Medeplichtigheid
D
Uitlokken

Slide 17 - Quiz

Ja, nu zijn de mannen wel medeplegers omdat ze samen het misdrijf voorbereide
en uitvoeren. Dat de ene man op de uitkijk gaat staan en de andere naar binnen gaat, is min of meer toevallig.
Bekend schilderij
Een man biedt een andere man €5.000,- als hij voor hem een bekend schilderij uit een museum weg wil halen. De man levert nog een plattegrond en een beschrijving van de beveiliging van het museum aan. Drie weken later brengt de tweede man het gestolen schilderij naar zijn opdrachtgever.

Leg uit welke deelnemingsvormen op de beide mannen van toepassing zijn

Slide 18 - Open question

Opdracht 5
a. De man die het geld biedt, is een uitlokker. Hij brengt een ander door een belofte van geld en door informatie op de gedachte een misdrijf te plegen.
Worden de beide mannen gestraft en zo ja hoe?

Slide 19 - Open question

De uitlokker en de feitelijke pleger worden als daders gestraft.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions