Samengestelde zinnen: hoofd- en bijzin.





Leg je laptop alvast dichtgeklapt klaar op tafel.



1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Introduction

Les over zinnen en zinsstructuur.

Items in this lesson





Leg je laptop alvast dichtgeklapt klaar op tafel.



Slide 1 - Slide

Grammatica: de basis
hoofd- en bijzinnen

Slide 2 - Slide

wat is ook alweer een persoonsvorm?
- tijdsproef
- getalsproef

Het waterpistooltje zit diep in mijn zak, want als de docent het voorwerp ziet, ben ik het ding kwijt.

Slide 3 - Slide

Er zijn veel leerlingen die zo'n pistooltje mee naar school nemen.

Slide 4 - Open question

De docent heeft mij eruit gestuurd.

Slide 5 - Open question

Enkelvoudige zin

  • Zin met één persoonsvorm
Samengestelde zin

  • Zin met twee of meer persoonsvormen

Slide 6 - Slide

Voorbeeld enkelvoudige zin
  • Het wordt slecht weer vandaag.
  • Ik ga vandaag naar de Action.
  • Hij kijkt veel naar Star Wars.

Slide 7 - Slide

Voorbeeld samengestelde zin
  • Het wordt vandaag mooi weer en we gaan lekker naar het strand. 
  • Hij kijkt veel naar Star Wars en schrijft daar over op zijn website.

Slide 8 - Slide

Samengestelde zin
  • Bestaat uit twee of meer zinnen.
  • Kunnen nevengeschikte zinnen zijn, of ondergeschikte zinnen.

Slide 9 - Slide

Nevenschikking

- Zinnen kunnen los van elkaar voorkomen.

- Je zou in principe tussen alle zinnen een punt kunnen zetten.

Onderschikking

- De zinnen kunnen niet los van elkaar voorkomen.

- De zinnen zijn afhankelijk van elkaar.

Slide 10 - Slide

Voegwoorden
  • Voegwoorden zijn een soort cement.
  • Je kunt met voegwoorden zinnen aan elkaar plakken.

Slide 11 - Slide

Nevenschikkende voegwoorden

  • en
  • maar
  • want 
  • of*
  • dus
Onderschikkende voegwoorden

  • aangezien
  • als
  • dat
  • doordat
  • terwijl
  • toen

Slide 12 - Slide

De spelers van Ajax zijn dit seizoen kampioen geworden omdat zij de meeste punten hebben behaald.

Slide 13 - Open question

Ik wil vandaag snel naar huis want het is heel warm op school.

Slide 14 - Open question

Frans en Ali maken een vreselijk lastig proefwerk over grammatica.

Slide 15 - Open question

Wat is een bijzin?
  • Je hebt bij een onderschikking te maken met een bijzin.
  • Een bijzin is een zinsdeel in de vorm van een zin. Deze zin heeft een eigen persoonsvorm.
  • Persoonsvorm en onderwerp staan niet naast elkaar óf er kan een zinsdeel tussen worden gezet.

Slide 16 - Slide

Volgorde hoofdzin

-
Persoonsvorm staat vooraan in een zin, naast het onderwerp.
Volgorde bijzin

- Persoonsvorm staat achteraan.
- Persoonsvorm en onderwerp staan niet naast elkaar óf er kan een zinsdeel tussen worden gezet.

Slide 17 - Slide

Ik kan een woord tussen het onderwerp en de persoonsvorm zetten
Terwijl ik een proefwerk maakte,
deed de docent het raam open.
Dat lukt niet.

Slide 18 - Drag question

Ik kan een woord tussen de persoonsvorm en het onderwerp zetten.
Gisteren waste ik de borden af
omdat het mijn beurt was.
Dat lukt niet.

Slide 19 - Drag question

Ik kan een woord tussen de persoonsvorm en het onderwerp zetten.
's Avonds laat ik altijd de hond uit
en poets ik braaf mijn tanden.
Dat lukt niet.

Slide 20 - Drag question

Ik kan een woord tussen de persoonsvorm en het onderwerp zetten.
Omdat ik mijn pinpas gebruik,
heb ik nooit geld bij mij.
Dat lukt niet

Slide 21 - Drag question

nevenschikkende voegwoorden

Slide 22 - Mind map

onderschikkende voegwoorden

Slide 23 - Mind map