This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 100 min
Items in this lesson
Formatieve toets hfst 5 en 6
Beheers je de lesstof? Test jezelf.
Slide 1 - Slide
Een werknemer mag ontslagen worden: Als de werknemer binnen de proeftijd wordt ontslagen.
A
juist
B
onjuist
Slide 2 - Quiz
Sleep de begrippen naar de juiste foto's
Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector
Quartaire sector
Slide 3 - Drag question
Lotte (21) werkt 28 uur per week bij de Action in haar woonplaats. Ze krijgt het wettelijk minimumloon.
Reken met behulp van de bovenstaande tabel uit wat Lotte per week verdient, uitgaande van een 40-urige werkweek.
Slide 4 - Open question
André (20) werkt als installateur. Hij werkt fulltime en verdient € 900,- per maand. Toon met een berekening aan of André meer of minder dan het minimumloon verdiend.
Slide 5 - Open question
Welk percentage verdient een 17 jarige van het minimumloon?
Slide 6 - Open question
Hoeveel procent wordt op het brutoloon van MW Veldkamp ingehouden?
A
31,8 %
B
31,9 %
C
24,1 %
D
24,2 %
Slide 7 - Quiz
De afkorting Arbowet staat voor: arbeidsomstandigheden wet
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quiz
Waarom is een proeftijd voor een werkgever prettig?
Slide 9 - Open question
Je bent werkloos als je:
A
tussen de 15 jaar en de pensioensleeftijd bent
B
geen baan hebt
C
actief op zoek bent naar werk
D
als je aan alle drie de antwoorden van antwoord A en B en C voldoet.
Slide 10 - Quiz
wanneer behoor je tot de geregistreerde werklozen
Slide 11 - Open question
Wanneer behoor je tot de verborgen werklozen?
Slide 12 - Open question
Wat is het risico van een eenmanszaak of een Vof?
Slide 13 - Open question
Wat is het voordeel van een bv of nv voor de eigenaren?
Slide 14 - Open question
Een ............ is een flexwerker (meerdere antwoorden mogelijk).
A
uitzendkracht
B
oproepkracht
C
iemand die in de horeca werkt
D
iemand met een tijdelijk contract
Slide 15 - Quiz
Larissa is 8 jaar werkzaam geweest bij een schoenenfabriek. Nadat deze fabriek failliet is gegaan, raakte Larissa werkloos. Voor haar ontslag verdiende ze € 1.352 per maand. Bereken wat haar inkomen was direct na haar ontslag.
Slide 16 - Open question
Larissa is 8 jaar werkzaam geweest bij een schoenenfabriek. Nadat deze fabriek failliet is gegaan, raakte Larissa werkloos. Voor haar ontslag verdiende ze € 1.352 per maand. Bereken wat haar inkomen was na 1 jaar werkloosheid.
Slide 17 - Open question
totaal 15-65 jaar (x1000)beroepsbevolking (x1000)
Totaal 10980 7871
Mannen 5510 4321
Vrouwen 5470 3549
reken het percentage van de mannelijke beroepsbevolking uit.
Slide 18 - Open question
Fabrikant van elektrische fietsen schaft een assemblageband aan. Op de band worden de fietsen in verschillende stappen in elkaar gezet. De band kost €75.000,- en gaat naar verwachting zes jaar mee.
De restwaarde is dan nog €6.000,-
Bereken de jaarlijkse afschrijving.
Slide 19 - Open question
Fietswinkel Spakenburg betaalt voor een fiets een inkoopprijs van €500 per stuk. De verkoopprijs (exclusief btw) van een de fiets is € 800,- Bereken de brutowinstmarge in procenten. Rond af op één decimaal.
Slide 20 - Open question
De consumentenprijs is de verkoopprijs
A
inclusief btw
B
exclusief btw
C
hetzelfde
Slide 21 - Quiz
De inkoopprijs is €10,-. De brutowinstopslag is 30%. Bereken de verkoopprijs en de consumentenprijs. De BTW is 21%
Slide 22 - Open question
Een ondernemer rekent om zijn winst te berekenen inclusief of exclusief btw?
Slide 23 - Open question
Als je het bij economie over de markt hebt, bedoel je daarmee het geheel van vraag en aanbod. Wat is juist?
A
Als de vraag naar producten afneemt, zal de prijs dalen
B
Als het aanbod van producten toeneemt, zal de prijs stijgen
C
Als de vraag naar producten afneemt, zal de prijs stijgen
D
Als het aanbod van producten afneemt, zal de prijs dalen
Slide 24 - Quiz
Een fietsfabrikant produceerde in 2018 per jaar 132.600 e-bikes. De fabriek heeft 128 werknemers in dienst. De fietsfabrikant schafte in 2019 een nieuwe montage- en lakrobot aan. De productie stijgt dan naar 148.200 e-bikes per jaar. Tegelijkertijd ontslaat de fabriek 25 werknemers. Bereken de arbeidsproductiviteit in 2018 en 2019.
Slide 25 - Open question
Een fietsfabrikant produceerde in 2018 per jaar 132.600 e-bikes. De fabriek heeft 128 werknemers in dienst. De fietsfabrikant schafte in 2019 een nieuwe montage- en lakrobot aan. De productie stijgt dan naar 148.200 e-bikes per jaar. Tegelijkertijd ontslaat de fabriek 25 werknemers. De arbeidsproductiviteit in 2018 en 2019 was: in 2018: 1.035,9 in 2019: 1.438,8 Met hoeveel procent is de productie in 2019 ten opzichte van 2018 toegenomen?
Slide 26 - Open question
Een fietsfabrikant produceerde in 2018 per jaar 132.600 e-bikes. De fabriek heeft 128 werknemers in dienst. De fietsfabrikant schafte in 2019 een nieuwe montage- en lakrobot aan. De productie stijgt dan naar 148.200 e-bikes per jaar. Tegelijkertijd ontslaat de fabriek 25 werknemers. Wordt de productie bij de fietsfabrikant door de nieuwe machine kapitaalintensiever of arbeidsintensiever? Verklaar je antwoord
Slide 27 - Open question
Hoe kan een werkgever de arbeidsproductiviteit verhogen? (Meerdere antwoorden mogelijk).
A
scholing van werknemers
B
automatisering
C
betere arbeidsverdeling
D
robotisering
Slide 28 - Quiz
Hoe wordt een overzicht zoals hiernaast wordt weergegeven genoemd?
Slide 29 - Open question
Noem twee voorbeelden van de productiefactor ‘natuur’ waar de graanboer gebruik van zal maken.
Slide 30 - Open question
Hoeveel procent van de verkoopprijs bestaat uit de toegevoegde waarde van de broodfabriek
Slide 31 - Open question
LG verkocht in het afgelopen jaar 59,1 miljoen smartphones. De omzet van smartphones was 3,1 miljard. Bereken het aantal verkochte smartphones van Samsung.
Slide 32 - Open question
Productiefactoren worden beloond
Sleep de beloning naar de productiefactoren die daar bij horen.