V3 4.3 9-3-2022

Welkom :)
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom :)

Slide 1 - Slide

Wat is de stopafstand?
reactieafstand = 6,7 m
remweg = 6,9 m
A
6,7 m
B
13,6 m
C
6,9 m
D
0,2 m

Slide 2 - Quiz

Vorige keer:
lesdoelen 4.4
stopafstand (reactie + rem afstand)

Slide 3 - Slide

Vandaag:
lesdoelen 4.3
Arbeid en energie
Energie & rendement

Slide 4 - Slide

Hoeveel energie heb jij?
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Poll

Vandaag:
  • Eerst theorie. Goed luisteren + aantekeningen maken. vraag? hand opsteken
  • Checkvragen maken
  • Opdrachten maken. Werkvorm & tijd

Slide 6 - Slide

Waarom?
Energie
=
super
belangrijk!!

Slide 7 - Slide

Theorie - arbeid
  • Voor beweging is energie nodig.  
  • Bijvoorbeeld: een auto heeft benzine nodig. Dit noemen we chemische energie (verbranding)
  • Een trein gebruikt elektrische energie
  • Arbeid is de energie die wordt omgezet in beweging

Slide 8 - Slide

Formule voor arbeid
  • De formule voor arbeid:
  • W = F * s
  • W = arbeid in Joule [J]
  • F = kracht in [N]; s de afstand in [m] 
  • dus Joule = Nm!

Slide 9 - Slide

Je gaat een stoel verslepen. Hiervoor moet je 50 N aan kracht leveren. je versleept de stoel 6 meter. Wat is de arbeid?
A
50 J
B
300
C
8,3 J
D
300 J

Slide 10 - Quiz

Energie-stroom diagram
Niet alle energie wordt nuttig gebruikt!

Slide 11 - Slide

Theorie - rendement
  • Het rendement betekent: welk deel van de totale energie is nuttig
  • Het rendement is dus maximaal 100%! En minimaal 0%!
  • Formule:

Slide 12 - Slide

Theorie - rendement
  • Het rendement betekent: welk deel van de totale energie is nuttig
  • Het rendement is dus maximaal 100%! En minimaal 0%!
  • Formule:
η=EtotEnut100procent

Slide 13 - Slide

Een auto gebruikt 1000 J aan energie. Er wordt 350 J nuttig gebruikt. Wat is het rendement?
A
3,5 %
B
35%
C
350%
D
85,7%

Slide 14 - Quiz

Een trein heeft een rendement van 50% en heeft 20 kJ arbeid nodig om te bewegen. Hoeveel totale energie is er nodig?
A
10 kJ
B
20 kJ
C
30 kJ
D
40 kJ

Slide 15 - Quiz


Slide 16 - Open question

Opdracht
Maak: opdrachten 3, 5, 7 op pagina 35-36
Werkvorm: zelfstandig, tijd

Slide 17 - Slide

Opdrachten bespreken

Slide 18 - Slide

Huiswerk
Opdrachten 3, 5, 7

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Vooruitblik volgende les
Oefentoets hoofdstuk 4!

Slide 21 - Slide

Klaar?
Moeilijke opdracht klassikaal, doorlezen, anders??

Slide 22 - Slide