2.5 Veranderingen

Lesopzet
K: Presentatie > 2.5 Veranderingen
Z: 2.5 maken. (tm vraag 4)
Z: Klaar? Verder met je studiewijzer. 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lesopzet
K: Presentatie > 2.5 Veranderingen
Z: 2.5 maken. (tm vraag 4)
Z: Klaar? Verder met je studiewijzer. 

Slide 1 - Slide

Romeinen


5. Veranderingen.

Slide 2 - Slide

Vorige keer...
  • Je kunt beschrijven hoe het Christendom zich verspreidde over het Romeinse rijk. 

Slide 3 - Slide

Verspreiding Christendom


Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk. 
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof 
zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.


Slide 4 - Slide


Christenvervolging


  • Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 
  • Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, en dat is niet de Romeinse keizer!

  • De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Onder sommige Romeinse steden bevonden zich catacomben waarin christenen (maar ook Joden) hun doden begroeven.
Veel van deze catacomben zijn mooi versierd met christelijke muurschilderingen.
De catacomben werden soms ook gebruikt voor kerkdiensten, omdat het boven de grond te gevaarlijk was om openlijk voor je geloof uit te komen.

Slide 5 - Slide


Christenvervolging


Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, 
en dat is niet de Romeinse keizer!

De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Voor de leeuwen gooien, was een gebruikelijk doodstraf voor christenen tijdens hun vervolgingen in het Romeinse Rijk.
Het moet een gruwelijk spektakel zijn geweest, maar wat vooral indruk op de toeschouwers maakte was dat de christenen soms niet gingen vechten met de leeuwen, maar bidden tot hun god. 
De toeschouwers waren verbijsterd, maar ook nieuwsgierig: als je toch zoveel vertrouwen in je god hebt, dan moet het wel een hele goede god zijn. 

Slide 6 - Slide


Constantijn de Grote


  • Christenen zijn ruim 3 eeuwen vervolgd in het Romeinse Rijk. 
  • Door Constantijn de Grote komt daar een einde aan:  kort voor een veldslag zou hij in een visioen een teken hebben gezien met daarbij geschreven de woorden dat de god van de christenen hem de zege belooft. 
  • Hij won de veldslag en werd christen...

Constantijn de Grote ziet een christelijk teken. Gravure uit de 17e eeuw.

Slide 7 - Slide





  • ...vermoedelijk was de werkelijkheid iets anders: er braken steeds meer rellen uit tussen christenen en Romeinen. 

  • Constantijn bedacht de oplossing: godsdienstvrijheid voor de christenen. 
  • Hij werd zelf pas christen vlak vóór zijn dood.

Een standbeeld van Constantijn de Grote, of eigenlijk Flavius Valerius Aurelius Constantinus. De naam 'de Grote' heeft niets te maken met zijn lengte of het feit dat hij een goede keizer was. Het is een titel die de christelijke kerk aan hem heeft gegeven voor zijn bijdrage aan het christendom.

Slide 8 - Slide

Deze keer...
  • Je kunt de volgende aanduidingen van tijd gebruiken:
    jaren, eeuwen, tijdvakken en periodes.
  • Je kunt gebeurtenissen ordenen met een tijdbalk. 

Slide 9 - Slide

Eeuwen
Een eeuw is honderd jaar. 

Wij leven nu in de 21e eeuw. De 21e eeuw begon in het jaar 2001 en zal eindigen in het jaar 2100. 

De 1e eeuw begon in het jaar 1 en eindigde in het jaar 100.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Tijdvakken en periodes
Om alle gebeurtenissen te ordenen, delen we de tijd op in stukken. Bijvoorbeeld omdat mensen in die tijd ongeveer op dezelfde manier leefden. Als er op een bepaald moment in het verleden grote veranderingen waren, begint een nieuw ‘stuk’ geschiedenis. Je kunt de tijd op verschillende manieren indelen. In Memo deel je de tijd op in tijdvakken en periodes.

Slide 14 - Slide

Periodes
Er zijn vijf periodes. In leerjaar 1 van Memo leer je over de eerste vier periodes. Dit zijn:
• de prehistorie (tot 3000 v.C.);
• de oudheid (3000 v.C.-500 n.C.);
• de middeleeuwen (500-1500);
• de vroegmoderne tijd (1500-1800).

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Periodes
Er zijn vijf periodes. In leerjaar 1 van Memo leer je over de eerste vier periodes. Dit zijn:
• de prehistorie (tot 3000 v.C.);
• de oudheid (3000 v.C.-500 n.C.);
• de middeleeuwen (500-1500);
• de vroegmoderne tijd (1500-1800).

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Deze keer...
  • Je kunt de volgende aanduidingen van tijd gebruiken:
    jaren, eeuwen, tijdvakken en periodes.
  • Je kunt gebeurtenissen ordenen met een tijdbalk. 

Slide 20 - Slide

Lesopzet
K: Presentatie > 2.5 Veranderingen
Z: 2.5 maken. (tm vraag 4)
Z: Klaar? Verder met je studiewijzer. 
timer
1:00

Slide 21 - Slide