Leren toets Romeinen

Mindmappen





Mijn voorbeeld van heel hoofdstuk 5!
1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Mindmappen





Mijn voorbeeld van heel hoofdstuk 5!

Slide 1 - Slide

Let op!

Om de toets goed te maken is het belangrijk dat je de begrippen en gebeurtenissen kunt uitleggen.
Alleen mijn mindmappen doorlezen is niet gelijk een voldoende voor de toets. 
Je moet zelf met het hoofdstuk aan de slag!

Slide 2 - Slide

Wat leren voor gs?
  • Begrippen (Romanisering, monotheïsme, expansie, etc.).
  • Volgorde van gebeurtenissen (volgordevraag).
  • Van koninkrijk > Republiek > Keizerrijk.
  • Hoe werkt het bestuur van de Republiek, etc.
  • Leven in het Romeinse Rijk (cultuur, stad, etc.).
  • Romeinen in Nederland.
  • De ontwikkeling en verspreiding van het Christendom.

Lees het boek + LessonUps + Aantekeningen!

Slide 3 - Slide

Romeinen
Monarchie/koninkrijk
Republiek
Keizerrijk
  • Romulus en Remus.
  • Romulus       van stadstaat Rome.
  • Laatste       = Superbus.
  • Superbus =        > in 509 v. Chr. zegt Brutus weg ermee!  > Volk in opstand.
  • Nooit meer een koning!
  • Zelf besturen.
  • 2 Consuls (voor 1 jaar). 
  • Senaat (voor 't leven).
  • Volksvergadering (alle burgers).
  • Oneerlijkheid patriciërs (rijken/adel) + plebs.
  • 287 v. Chr.: Volkstribunen = bescherming voor plebejers (gewone mensen).
  • Patriciër nooit Volkstribuun.
  • 1 Consul moest pleb zijn.
  • 1e eeuw v. Chr.: generaals belangrijk. Goed in oorlog = goed in bestuur.
  • Generaals         > Burgeroorlog
  • Caesar wint 45 v. Chr. > dictator voor 't leven.       ?
  • 44 v. Chr. Caesar vermoord.
  • Burgeroorlog: aanhangers Caesar vs. republiek.
  • 31 v. Chr. Marcus Antonius verslagen door Octavianus.
  • Zei weer republiek. Senaat blij > titel Augustus (de Verhevene).
  • Was eigenlijk       - achtig: beslist alles. Ook Vetorecht zoals Volkstribunen.
  • Maar wel: Pax Romana = Romeinse vrede, veilig, voorspoed in het Rijk.
  • 14 na Chr. Augustus dood.
  • Republiek niet echt nodig want Pax Romana = fijn. 
  • Veel keizers, Rijk uitbreiden, veel macht.

Slide 4 - Slide

Romeinen
  • Na            van de Grieken.
  • Grieks-Romeinse cultuur = Klassieke cultuur.
  •  Zelfde bouwstijl, goden.
  • Nemen veel over van overwonnen volken. 
Cultuur
Nederland
Romeins leven
  • Veel vermaak:
  • Thermen (badhuis), amfitheater, Circus (sport).
  • Gladiatoren: beroepsvechters.
  • Limes = Noordgrens (Rijn).
  • Volk NL = Germanen. Gebied = Germania Inferior.
  • Romeinen wilden overnemen en forten plaatsen.
  • Bataafse Opstand: wilden niet zomaar overgenomen worden.
  • Romanisering: Romeins worden.
Christendom
  • Monotheïsme = 1 God. Eerste zijn Joden. Ontstaan in Palestina.
  • Romeinen 
  • Handiger = 1 geloof, makkelijk besturen, minder gedoe.
  • Maar         betaalden belasting dus oké.
  • God = Jaweh, boek = Thora/Tenach.
  • Messias (Verlosser) moet nog komen.
Jodendom
  • Groepje         denkt: Messias is er.
  • Jezus Christus, zoon v. God > Christenen.
  • Veel aanhang: arm of rijk, hierna kans op de hemel.
  • God = God, boek = Bijbel.
  • Vervolgde minderheid > staatsgodsdienst.
  • 313: Edict van Milaan/tolerantie edict: Christendom niet verboden.
  • Keizer Constantijn: toch maar dopen (bang).
  • 394:  Keizer Theodosius: Staatsgodsdienst = verplicht.

Slide 5 - Slide

Hoe leren voor gs?
Belangrijkste vraag om jezelf te stellen:
Waarom?
Als je weet waarom (dit kunt uitleggen), begrijp je waarschijnlijk goed waar het over gaat.

Slide 6 - Slide

Tijdens de toets
  • Lees de vragen goed door! Soms is er een valstrik.
  • Schrijf voldoende op, bij twijfel > schrijf meer op.
  • Soms krijg je nog punten voor begrippen die je noemt en/of uitlegt!
  • Je moet doen alsof ik zelf helemaal niets weet van het vak, alles uitleggen dus!
 


Slide 7 - Slide

Waarom komt er een einde aan het Romeinse koninkrijk?

Slide 8 - Open question

Leg in je eigen woorden uit wat een Republiek is.

Slide 9 - Open question

Wat is een consul en hoe voorkomen ze dat een consul te veel macht krijgt?

Slide 10 - Open question

Wat is het verschil tussen patriciërs en plebejers?

Slide 11 - Open question

Wat zijn Volkstribunen en waarom werd deze groep opgericht?

Slide 12 - Open question

Leg uit wat Vetorecht is en wie hier ten tijde van de Republiek recht op hadden

Slide 13 - Open question

Waarom konden beroemde generaals gevaarlijk worden voor de Republiek?

Slide 14 - Open question

Waarom komt er een einde aan de Republiek?

Slide 15 - Open question

Leg in je eigen woorden uit wat Pax Romana is

Slide 16 - Open question

Leg in je eigen woorden uit wat de Klassieke Cultuur is

Slide 17 - Open question

Noem drie voorbeelden van Romeinse uitvindingen

Slide 18 - Open question

Leg in je eigen woorden uit wat Romanisering is

Slide 19 - Open question

Leg uit wat natuurlijke grenzen zijn en waarom Romeinen deze gebruikten.

Slide 20 - Open question

Hoe heet de noordelijke grens van het Romeinse Rijk?

Slide 21 - Open question

Wat voor beeld hebben wij van de Germanen en hoe komt dit?

Slide 22 - Open question

Noem een verschil en een overeenkomst tussen het Jodendom en het Christendom

Slide 23 - Open question

Leg uit waarom het Christendom veel steun kreeg bij het arme volk.

Slide 24 - Open question

Hoe ontwikkelde het Christendom zich van sekte tot staatsgodsdienst?

Slide 25 - Open question