2.E - Je kunt de namen van 7 joodse feesten opnoemen.
2.F - Je kunt van de joodse feesten beschrijven hoe ze gevierd worden.
2.G - Je kunt van de joodse feesten beschrijven op welk verhaal het is gebaseerd.
3.A - Je kunt 6 belangrijke perioden uit de Joodse geschiedenis opnoemen.