This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
H8 FORMULES OEFENEN
Slide 1 - Slide
4 + 10 : 2 x 3 =
Slide 2 - Open question
15 - (6+3) : 3 =
Slide 3 - Open question
Joshua fietst graag. Vandaag maakt hij een tripje van zijn huis in Steenbergen naar Bergen op zoom. Hij heeft al 5 km gefietst wanneer hij zijn kilometer teller aanzet. Hierbij hoort de formule:
Afgelegde afstand = 5 + 15 x aantal uren fietsen.
Slide 4 - Slide
Reken uit hoeveel Kilometer Joshua na 1,5 uur heeft afgelegd.
Slide 5 - Open question
Vul de tabel op het werkblad in.
Teken de grafiek in het assenstelsel op het werkblad.
Slide 6 - Slide
welke inkomsten staan er bij 3 uur?
A
7.2
B
9,8
C
3
D
12.4
Slide 7 - Quiz
welke inkomsten staan er bij 4 uur?
A
7.2
B
9,8
C
3
D
12.4
Slide 8 - Quiz
welke bedrag staat er bij 10 minuten?
A
12
B
6
C
14
D
8
Slide 9 - Quiz
welke bedrag staat er bij 40 minuten?
A
12
B
6
C
14
D
8
Slide 10 - Quiz
welke bedrag staat er bij 4 auto's
A
104
B
90
C
94
D
92
Slide 11 - Quiz
Wat is het bedrag per T-shirt?
A
2,50
B
45
C
5
D
10
Slide 12 - Quiz
Wat is het vaste bedrag?
A
2,50
B
45
C
5
D
10
Slide 13 - Quiz
Wat kosten 15 T-shirts?
A
42,50
B
77,50
C
52,50
D
127,50
Slide 14 - Quiz
Wat kosten 25 T-shirts?
A
42,50
B
77,50
C
52,50
D
127,50
Slide 15 - Quiz
Wat zijn de variabelen in de formule?
A
aantal km en 0,4
B
inhoud in liters en 1000
C
inhoud in liters en aantal km
D
1000 - 0,4
Slide 16 - Quiz
Wat is het daalgetal?
A
0,4
B
1000
C
aantal km
D
inhoud in liters
Slide 17 - Quiz
Neem t=7 en bereken de huurprijs.
A
20
B
50
C
40
D
10
Slide 18 - Quiz
Wat wordt de formule met 30 euro extra reistegoed en verlaging met 1 cent per kilometer
A
reistegoed in € = 30 - 0,12a
B
reistegoed in € = 30 - 0,11a
C
reistegoed in € = 40 - 0,12a
D
reistegoed in € = 40 - 0,11a
Slide 19 - Quiz
De formule is: reistegoed in € = 50 - 0,14a
De kilometer prijs wordt 5 cent goedkoper, wat is de nieuwe formule?
A
reistegoed in € = 50 - 0,05a
B
reistegoed in € = 49,95 - 0,14a
C
reistegoed in € = 50 - 0,09a
D
reistegoed in € = 50 - 0,14a
Slide 20 - Quiz
Wat wordt de formule als het 30 graden is?
A
temp °C = 30 - 0,2 x tijd
B
temp °C = 25+30 - 0,2 x tijd
C
temp °C = 25 - 30 x tijd
D
temp °C = 25 - 0,2 x tijd
Slide 21 - Quiz
Wat wordt de formule de temperatuur met 0,1 graad minder snel daalt?