Begeleidende vaardigheden: Communicatie

COMMUNICATIE
1 / 24
next
Slide 1: Slide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

COMMUNICATIE

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

timer
3:00
Waar denk jij aan bij
communicatie?

Slide 2 - Mind map

boodschap overbrengen
verbaal non verbaal
bedoeld of onbedoeld
informatie
ruis
praten
In deze les
  •  Wat is communicatie
  • Zender, Boodschap en ontvanger
  • Ruis in de communicatie

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is communicatie?
Communicatie is het overbrengen van informatie van de een naar de ander.


Bij communicatie gaat het om het uitwisselen van woorden en signalen tussen mensen. Dat kan rechtstreeks, maar steeds vaker gebruiken we hulpmiddelen als e-mail, internet etc.

Slide 4 - Slide

bedoeld of onbedoeld  (bewust of onbewust)

de boodschap bevat informatie die bestaat uit gedachten, gevoelens en/ of gedrag

De helpende luistert aandachtig naar een zorgvrager die vertelt over zijn thuissituatie.

Is hier sprake van communicatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

De stagebegeleider geeft feedback aan de stagiaire die onderuitgezakt zit en boos kijkt.

Is hier sprake van communicatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

De stagebegeleider maakt middels een gebaar duidelijk dat de student nog even moet wachten op de gang.
Is hier sprake van communicatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

De docent mailt een student dat zij een onvoldoende heeft voor haar opdracht.

Is hier sprake van communicatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

verbaal: gesprekken 
schriftelijk bv via een email. brieven whatsapp
visueel beeld en video s

non verbaal gezichtsuitdrukking lichaamstaal stemgeluid handgebaren 
"Je kunt niet niet communiceren"

Slide 10 - Slide

niet willen communiceren is ook communicatie . er worden dan ook signalen uitgezonden namelijk de boodschap : Ik wil niet communiceren
Dirk zegt tegen collega Jamila: 'Ik ga zo meneer Driesen helpen. Help jij mevr. Reus?'



Wie is de zender? Wie is de ontvanger? Wat is de boodschap?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Verbaal
Je maakt iets duidelijk met taal: woorden en zinnen
Non-verbaal
Je maakt iets duidelijk zonder taal.  een hand geven, knipogen, houding, gebaren, enz.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Storingen in de communicatie

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Problemen door ruis
Ruis omvat alle factoren in zender, ontvanger en omgeving die de communicatie bemoeilijken of verstoren. 

  • Interne ruis
  • Externe ruis

Slide 14 - Slide

interne ruis:  vanuit jezelf : je voelt je niet goed, je bent met je gedachten ergens anders, je collega draagt de zorg over maar jij zit met je gedachte bij de boodschappen die nog gedaan moeten worden

externe ruis
bv lawaai 

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Welke aspecten zorgden in het filmpje voor ruis in de communicatie?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Welk misverstand is er hier?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

communicatie bruggetjes
Laat OMA thuis
Neem ANNA mee
Smeer NIVEA
wees een OEN
Geef LSD

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

oordelen meningen en adviezen
als je oma dus thuislaat  en je eigen oordelen meningen en adviezen laat voor wat ze zijn ben je beter in staat om ,met een open houding te luisteren naar anderen 
oordeel
bv dat is typisch iets voor hem
ach we weten hoe dat bij jou werkt je neemt het niet zo nauw
mening
iemand zegt ik ben zo moe jij hebt het ook zo druk gehad! je kunt ook vragen hoe komt dat?
aanname
ik heb aangenomen dat jij geen zin had in een avonddienst daarom heb ik jou niet gevraagd

Slide 20 - Slide

altijd navragen nooit aannemen

neem niet zomaar aan dat jij begrijpt wat iemand bedoeld

Slide 21 - Slide

als ik dit zeg wordt hij vast boos

ik doe dit maar niet dat vind zij vervelend

ik heb het gevoel dat hij niet zo lekker in zijn vel zit
laten we maar nu maar niet gaan ze hebben op zondag meestal bezoek

je denkt voor een ander

stel vragen en check dubbel check

hou het bij feiten en wat je waarneemt

het is jouw waarheid je hebt het niet gecheckt 

Slide 22 - Slide

open eerlijk en nieuwsgierig

oordeel niet te snel  vraag je af wat de ander bedoeld wees oprecht belangstellend en onderzoekend

je bent eerlijk in wat je duidelijk wilt maken staat open voor anderen en bent oprecht nieuwsgierig

open vragen 

Slide 23 - Slide

 luisteren samenvatten doorvragen
luisteren
luister actief met volle aandacht
doorvragen
hoe bedoel je dat precies
begrijp ik goed dat
dus je wilt 
samenvatten

waarom is daarvoor gekozen 
hoe bedoel je dat precies 


Aan de slag

Slide 24 - Slide

This item has no instructions