1.1 Identiteit

1.1 Identiteit
1.1 Identiteit
1 / 18
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1.1 Identiteit
1.1 Identiteit

Slide 1 - Slide

Bij alles wat je in het dagelijks leven doet gebruik je je eigen referentiekader. Een referentiekader wordt ook wel een sociale bril genoemd. Vanuit jouw ervaringen kijk jij als persoon verschillend naar situaties. 
Referentiekader
Is het geheel van ideeën, ervaringen en overtuigingen van waaruit iemand denkt en handelt.

Slide 2 - Slide

Bedenk eens 3 voorbeelden waarbij iemands referentiekader anders is.

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Kernconcept Identiteit
Het beeld dat iemand van zichzelf heeft dat hij uitdraagt en anderen voorhoudt en dat hij als kenmerkend en blijvend beschouwt voor zijn eigen persoon en dat is afgeleid van zijn perceptie over de groep(en) waar hij wel of juist ook niet deel van uitmaakt

Slide 5 - Slide

Drie aspecten van identiteit

De persoonlijke identiteit is jouw eigen identiteit die jij als je eigen beschouwt en ook graag naar anderen wilt laten zien.

De sociale identiteit is het beeld dat iemand van zichzelf heeft als lid van sociale groepen.

Bij de collectieve identiteit gaat het om het beeld van een groep. Dit kunnen groepen zijn waar je zelf deel van uitmaakt of niet. 

Mensen kunnen ook bepaalde verwachtingen hebben van een groep mensen met een bepaalde identiteit. We noemen dit ook wel externe collectieve identiteit.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Benoem eens een groep mensen met dezelfde identiteit. Wat voor soort gedrag verwacht jij van deze mensen?

Slide 8 - Open question

Persoonlijke identiteit: Wie ben ik?
Sociale identiteit: Bij wie hoor ik?
Collectieve identiteit: Welke beelden bestaan er van een/mijn groep?

Je identiteitsontwikkeling vindt vanaf je geboorte al plaats!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Beantwoord de vragen van de vorige dia eens:
Wie ben ik?
Bij wie hoor ik?
Welke beelden bestaan er van een/mijn groep

Slide 11 - Open question

Spanningen bij identiteit
Tussen alle drie de vormen van identiteit kunnen spanningen ontstaan. 
Voorbeeld:
De groep waar je bij hoort krijgt een slechte naam en je vraagt je dan af wil ik hier nog wel bijhoren. We noemen dit ook wel een loyaliteitsconflict.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

The exactitudes

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Maken
Lesboek:  blz 13 t/m 17
Werkboek blz 7 t/m 10

Tekstverwerkers: 3,4,5 (blz 7)

Opdracht 1,2,4 ( blz 8 t/m 10)

Slide 18 - Slide