M2 - De Grieken

Module 2 - De Grieken
Tijdvak: Tijd van de Grieken en de Romeinen
Periode: Oudheid
 dvan rond 3000 v. Chr tot rond 500 n. Chr
1 / 29
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Module 2 - De Grieken
Tijdvak: Tijd van de Grieken en de Romeinen
Periode: Oudheid
 dvan rond 3000 v. Chr tot rond 500 n. Chr

Slide 1 - Slide

Sleutelbegrip: Identiteit

Slide 2 - Slide

Identiteit
- Je identiteit is wie je bent
- Het wordt bepaald door verschillende dingen: het land waar je woont, je familie, je hobby's
- Iedereen heeft meerdere identiteiten

Slide 3 - Slide

Griekenland in de oudheid
- Griekenland bestond niet als land, niet als staat


Slide 4 - Slide

Griekenland in de oudheid
Griekenland bestond niet als land
Er waren ongeveer 300 steden => minilandjes, we stadstaten noemen
Een oud-Griekse stadstaat noemen we een polis. Meerdere stadstaten noemen we poleis
Elke polis had een eigen identiteit


Slide 5 - Slide

Les 1 - De Griekse wereld
De Griekse wereld

Slide 6 - Slide

Poleis - verschillen
- Elke polis had eigen wetten en regels, eigen munten, een eigen bestuur en een eigen leger
- De poleis handelden met elkaar
- voerden oorlogen tegen elkaar (en waren elkaars bondgenoot)
- Identiteit: inwoners voelden zich eerst inwoner van hun polis en daarna pas Griek

Slide 7 - Slide

Poleis - overeenkomsten
Inwoners van alle poleis:
- spraken Grieks
- geloofden in dezelfde goden
- deden mee aan de Olympische Spelen => sportfestijn ter ere van de god Zeus, waarbij de poleis tegen elkaar streden
- vochten samen tegen de Perzen

Slide 8 - Slide

Kolonies
-Rond 800 v. Chr groeide de bevolking hard => er ontstond voedseltekort => Grieken stichten kolonies rond de Middellandse Zee en de Zwarte Zee. 
- Het gebied waar Griekse poleis en kolonies waren => Griekse wereld => Hellas

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Les 2 - De Griekse goden
De Griekse goden

Slide 11 - Slide

Het geloof van de Grieken
- Grieken geloofden in meerdere Goden - polytheïsme
- poly = veel; theos = god
- Tegenwoordig zijn de meeste religies monotheïstisch (mono = één; theos = god)  
- Grieken stelden hun goden voor als mensen
- De Grieken dachten dat de goden bovennatuurlijke krachten hadden en dat ze onsterfelijk zijn

Slide 12 - Slide

Mythologie
- Verhaal over de goden - mythe
- Alle godenverhalen bij elkaar - Griekse mythologie
- Met deze verhalen verklaarden de Grieken natuurverschijnselen en het leven 

Slide 13 - Slide

Taak van de goden
- Elke god had een onderwerp waar ze over gingen
- Herkenbaar door een voorwerp dat te maken heeft met hun functie
- Elke polis had een eigen beschermgod of -godin

Slide 14 - Slide

Zeus
- Oppergod
- God van  het weer
- Herkenbaar aan bliksemschicht

Slide 15 - Slide

Poseidon
- God van de zee
- Herkenbaar aan de drietand

Slide 16 - Slide

Pallas Athene
- Godin van oorlog en wijsheid
- Herkenbaar aan harnas en uil

Slide 17 - Slide

Hades
- God van de onderwereld
- Broer van Zeus
- Herkenbaar aan hond met drie koppen

Slide 18 - Slide

Er zijn nog veel meer goden...

Slide 19 - Slide

Orakel van Delphi

Slide 20 - Slide

Les 3 - Griekse denkers

Slide 21 - Slide

Filosofie
- Philia = liefde voor/houden van 
- Sofia - wijsheid
- Liefde voor wijsheid
- Stellen en beantwoorden van grote belangrijke levensvragen

Slide 22 - Slide

Wetenschap
- Goden regelen het leven => onweer => boze Zeus
- Vanaf ongeveer 600 v. Chr => een kleine groep mensen gaat op een andere manier denken
- In Mesopotamië en Egypte waren al eerder geleerden geweest
- Vragen stellen en die zelf beantwoorden door observeren en experimenteren => logisch nadenken => wetenschap

Slide 23 - Slide

- Natuurwetenschappen
- Geschiedwetenschap => Herodotos onderzocht verschillende invalshoeken
- Grieken hebben de basis gelegd voor de moderne wetenschap

Slide 24 - Slide

Socrates
- Filosoof => Wat is goed en wat is slecht?
- Stelde lastige vragen
- Werd gearresteerd en ter dood veroordeeld omdat hij teveel onrust veroorzaakte met zijn vragen
- Zijn conclusie was dat mensen niet verstandig zijn (en dat democratie dus ook geen goed idee was)

Slide 25 - Slide

Plato
- Leerling van Socrates
- Hoe kan je het beste een polis besturen?
- Antwoord: filosofen weten het beste wat goed is voor iedereen, want zij kennen de "echte wereld"

Slide 26 - Slide

Aristoteles
- Leerling van Plato
- verdiept zich in de natuur
- onderzocht dieren en planten => natuurwetenschap
- gaf les aan Alexander de Grote

Slide 27 - Slide

Hippocrates
- Eerste arts
- Ziekten ontstaan als mensen ongezond leven en zichzelf slecht verzorgen

Slide 28 - Slide

Pythagoras
Wiskundige en geleerde
Stelling van Pythagoras

Slide 29 - Slide