This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Verkeer
Slide 1 - Slide
Wat betekent dit verkeersbord?
A
Voorrangsweg, ik rijd op een voorrangsweg. ik krijg voorrang van bestuurders van links en rechts
B
Voorrangskruispunt met een zijweg links; als ik fiets moeten bestuurders op de zijweg mij voor laten gaan.
C
Einde voorrangsweg. Ik rijd niet meer op de voorrangsweg.
D
Ik kom bij een kruispunt, als ik fiets laat ik bestuurders van links en rechts voor gaan.
Slide 2 - Quiz
Wat is juist over dit verkeersbord?
A
Huppelen is niet toegestaan.
B
Kijk uit voor gevaarlijke mannen.
C
Je mag hier niet alleen over straat.
D
Je mag hier niet lopen.
Slide 3 - Quiz
Wat wil dit verkeersbord zeggen?
A
Geen idee
B
Je mag hier je je fiets of brommer plaatsen.
C
Je moet hier fietsen.
D
Hier mag je niet brommen/fietsen.
Slide 4 - Quiz
Hoe ziet een "Pas op" bord uit?
A
Rond met een rode rand.
B
Rond en Blauw.
C
Driehoekig met een rode rand.
D
Vierkant of rechthoekig en blauw.
Slide 5 - Quiz
Verkeersbingo
- Er wordt één leerling gekozen tot bingo master. Deze master noemt de beschrijving van een verkeersbord op en de andere leerlingen kijken op de bingokaart of ze deze hebben en strepen het weg.
- Is de tijd nog niet voorbij, mogen jullie een nieuwe ronde beginnen.
Slide 6 - Slide
Verkeerskwartet
- Alle leerlingen nemen vier kaarten in de handen. - De overige kaarten worden op één stapel gelegd in het midden. - Leerling 1 begint en probeert door vragen te stellen kaarten van andere te krijgen. - Heeft de leerling de gevraagde kaart niet? Dan pak je een kaart van de stapel.
Slide 7 - Slide
Werkbladen
- In het werkboekje staan allerlei situaties beschreven en vragen over verkeersborden.
Slide 8 - Slide
Oefenen op de laptop
- We oefenen op één van deze twee sites voor het verkeersexamen.