4.6 Rivieren: het IJsselmeer en de Zuidwestelijke Delta

Paragraaf 4.6
Rivieren: het IJsselmeer en de Zuidwestelijke Delta
1 / 31
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 4.6
Rivieren: het IJsselmeer en de Zuidwestelijke Delta

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

§4.6 Rivieren:
Het IJsselmeer en de Zuidwestelijke Delta
Lesdoelen:
1. Bespreken
Zout en zoet water, verzilting
Waterpeil Ijsselmaar

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Gevolgen
Langere perioden van droogte

Hogere piekafvoeren

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Flexibel waterpeil Ijsselmeer
Zomer: Hoge stand
--> Meer vraag voor zoet (drink)water

Winter: Lage stand
--> Veiliger want meer risico op hoogwater

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Problemen bij watertekorten
- Niet genoeg drinkwater
- Niet genoeg water voor landbouw
- verzilting

Slide 15 - Slide

Verzilting in Zeeland

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Wat zijn mogelijke gevolgen van bodemdaling?

Slide 18 - Mind map

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Verzilting is het zouter worden van zowel de bodem als
A
de humuslaag
B
het oppervlaktewater
C
het grondwater
D
het grond- en oppervlaktewater

Slide 24 - Quiz

Op welke twee manieren wordt verzilting in de West Nederland veroorzaakt?

Slide 25 - Open question

Op welke twee manieren probeert men in de Haarlemmermeerpolder met verzilting om te gaan?

Slide 26 - Open question

2

Slide 27 - Video

Waarom is kwel juist in poldergebieden / gebieden onder zeeniveau juist zo'n groot probleem?
A
De kwel bevat teveel vervuilende stoffen.
B
De hoeveelheid kwel is erg groot.
C
Het kwelwater kan er moeilijk worden weggepompt.
D
De kwel is vaak erg zout.

Slide 28 - Quiz

Wat is kwelwater?

Slide 29 - Open question

Wat betekent klimaatverandering voor het neerslag regiem?
A
Het wordt extremer.
B
Er komen minder hoosbuien.
C
Het wordt gematigder.
D
Er komen kortere periodes van droogte.

Slide 30 - Quiz

Door klimaatveranderingen verandert het neerslag regiem. Wat betekent dit voor het regiem van de rivier?
A
Deze gaat meer schommelen.
B
In het voorjaar is er minder water in de rivier.
C
Deze wordt evenwichtiger.
D
In het najaar is er meer water in de rivier.

Slide 31 - Quiz