Schrijfvaardigheid no.4
Schrijfvaardigheid 4
Les vacances passées
Prendre rendez-vous
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
This lesson contains 13 slides, with text slides.
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Schrijfvaardigheid 4
Les vacances passées
Prendre rendez-vous
Slide 1 - Slide
Les vacances passées
Let op:
- werkwoordstijden (verleden tijd)
Vertel:
- wanneer je er was
- waar je bent geweest
- hoe het was
- hoelang je er was
- met wie
Slide 2 - Slide
Quand?
la date:
- le 10 décembre
- au mois de décembre
la durée:
- pendant une semaine
- du 10 au 18 décembre
la saison:
- en été - en automne
- en hiver - au printemps
Slide 3 - Slide
Avec qui?
avec mes amis
avec ma famille
avec mes parents
avec mes camarades
Slide 4 - Slide
Où?
le lieu:
- au bord de la mer
- à la montagne
- en ville / au centre-ville
la situation géographique:
- dans le sud de
- dans le nord de
-dans l'ouest de
- dans l'est de
l'herbergement:
- à l'hôtel
- au camping
- chez mon/ma correspondant(e)
- chez un(e) ami(e)
- dans un chalet
- dans une auberge de jeunesse
Slide 5 - Slide
Le moyen de transport? Pays?
- en train
- en avion
- en voiture
- en bus
- en bateau
- à pied
- à vélo
Nous sommes allé(e)s
Je suis allé(e)
- en + vr. land
- aux + mv. land
- au + m. land
Slide 6 - Slide
Quoi?
les activités:
- se promener
- visiter les musées
- faire du shopping
- rencontrer des amis
- prendre des photos
- envoyer des cartes postales
- participer à une excursion
- vistiter des monuments
- acheter des souvenirs
La suite des actions:
d'abord
puis
ensuite
enfin
finalement
le matin / l'après-midi / le soir
Slide 7 - Slide
Comment?
La méteo:
Il faisait beau / mauvais
Il faisait chaud / froid
Il faisait du soleil / il pleuvait
L' ambiance - les sentiments:
C'était ...
- génial - nul
- extraordinaire - ennuyeux
- fantastique - dèsagréable
- inoubliable
Slide 8 - Slide
Schrijfvaardigheid 4
Prendre rendez-vous
Slide 9 - Slide
Opdracht 5
Expression écrite
Slide 10 - Slide
Een brief schrijven:
Je gaat een kort briefje schrijven aan iemand die je kent.
Werk volgens het stappenplan.
Slide 11 - Slide
- Je schrijft naar een Franstalige kennis die je ontmoet hebt tijdens een feest. Begroet deze.
- Vertel dat in op vakantie bent geweest in Frankrijk.
- Vertel met wie je bent geweest.
- Vertel twee activiteiten die je gedaan hebt en die je leuk vond.
- Vertel dat je twee weken zonnig weer hebt gehad.
- Vertel dat je deze zomer, in juli met een vriendin naar Frankrijk gaat.
- Vraag of je misschien deze zomer langs kunt komen. Het zou leuk zijn elkaar weer te ontmoeten...
- Vraag om jou snel terug te schrijven.
- Eindig met "Met vriendelijke groetjes, / Groetjes".
- Vergeet niet je eigen naam te vermelden.
Slide 12 - Slide
De brief van opdracht 5:
Check alle stappen voor je het opstuurt naar je docent.
Dit briefje zet je in een pdf/word document en lever je in via itslearning:
schrijfopdracht: opdracht 5
