2. Vooruitgangsdenken

W25: Leesvaardigheid
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

W25: Leesvaardigheid

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Ik ken de verschillende schrijfdoelen en kan het schrijfdoel van een tekst benoemen.
  • Ik kan de kritiek op het hedendaagse vooruitgangsdenken uitleggen.
  • Ik kan verschillende mythes die geassocieerd worden met vooruitgangsdenken benoemen
  • Ik kan de conservatieve agenda achter het vooruitgangsdenken herkennen en de implicaties ervan voor de maatschappij analyseren.

Slide 2 - Slide

Welke tekstdoelen zijn er?

Slide 3 - Mind map

Sleep de juiste voorbeelden bij de juiste tekstdoelen.
tekstdoel informeren
tekstdoel overtuigen
tekstdoel amuseren
tekstdoel activeren
tekstdoel instrueren
een nieuwsbericht over een schietpartij
recensie over mijn gelezen boek
de Donald Duck
een oproep op een website om minder zuivel te consumeren
spelhandleiding van UNO

Slide 4 - Drag question

De drie meest voorkomende tekstsoorten en het bijbehorende tekstdoel
Betoog
Beschouwing
Uiteenzetting
Opiniëren
Overtuigen
Informeren

Slide 5 - Drag question

Wat is het doel van verkennend lezen? 

Slide 6 - Slide

Lees de tekst verkennend

Slide 7 - Slide

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 8 - Slide

Vooruitgangsdenken
De opvatting, gedachte of wens dat aan de menselijke samenleving, de wereld, of de werkelijkheid als zodanig een proces ten grondslag ligt dat zich door de tijd heen ontwikkelt naar hogere stadia van volmaaktheid. 

Slide 9 - Slide

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

Slide 10 - Slide

Vooruitgang is niet vanzelfsprekend en kan alleen plaatsvinden als wij als burgers bereid zijn om ons in te zetten voor een betere wereld.

Slide 11 - Slide

Welke van de onderstaande tekstdoelen is het belangrijkste tekstdoel van de deze tekst?
A
amuseren
B
informeren
C
opiniëren
D
overtuigen

Slide 12 - Quiz

Zie zinsdelen als: "Het is dan ook de hoogste tijd..."

Slide 13 - Slide

Wat zijn de twee beroepen van de auteur? 

Slide 14 - Slide

Lees de tekst intensief. 
Markeer twee stukjes tekst waaraan je merkt dat Tim Fransen ook cabaretier is. 
timer
1:00

Slide 15 - Slide

Hoe betrouwbaar is deze tekst?
Waar let je op om de betrouwbaarheid te beoordelen?

Slide 16 - Mind map

Hoe actueel is de informatie?
Wanneer is de informatie gepubliceerd?
Is de informatie nog geüpdatet?
-210

Slide 17 - Poll

Is de auteur een autoriteit wat betreft dit onderwerp?
Wie is de auteur / bron / uitgever / sponsor?
Wat zeggen andere bronnen over de maker (zoek op internet)?
-310

Slide 18 - Poll


Is de informatie waar, correct en betrouwbaar?
Wordt de informatie ondersteund met bewijsmateriaal?
Wordt er verwezen naar gebruikte bronnen?
Is de informatie beoordeeld door andere experts?
Wordt de informatie bevestigd in andere bronnen?
-510

Slide 19 - Poll

Wat is de reden voor het bestaan van de informatie?
Wat is het doel van de informatie (bv. informeren, entertainen, overtuigen)?
Is de auteur duidelijk over het doel van de informatie?
Berust de informatie op (bewijsbare) feiten, of op opinies?
Is de informatie objectief en onpartijdig? Of kan deze beïnvloed zijn door politieke,
ideologische, culturele, religieuze, institutionele of persoonlijke standpunten?


-710

Slide 20 - Poll

Betrouwbaarheid

35-40 uitstekend
30-34 goed
25-29 gemiddeld
20-24 grensgeval
lager dan 20  onbetrouwbaar

Slide 21 - Slide

Kies één van de vier mythes

Bespreek:
~ Met welke argumenten kan de mythe volgens Tim Fransen ontkracht worden? 
~ Ben je het eens met deze argumentatie?
~ Waarom wel of niet? 
timer
15:00

Slide 22 - Slide

Kijk nog even naar de uitsmijter van de tekst

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Vul de woordenlijst op de Google Classroom aan

Slide 25 - Slide