H4 Spreken en gesprekken

             Welkom
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

             Welkom

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van deze les weet je hoe je 
een korte informatieve presentatie moet houden waarbij je gebruik maakt van verschillende bronnen.
                                                                                                 
 

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
1. Introductie onderdeel - Spreken en gesprekken

2. Uitleg hoofdstuk 4 Spreken en gesprekken - een informatieve presentatie houden

3. Zelf aan de slag  

4. Afsluiten les



Slide 3 - Slide

Presentatie...wat is belangrijk?

Slide 4 - Mind map

Een informerende presentatie voorbereiden
  • Zoek informatie over je onderwerp en gebruik daarbij verschillende bronnen
  • Stel zoveel mogelijk 5w + h vragen (wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe) 
  • Bedenk wat je publiek al weet en sluit daarbij aan
  • Inleiding, middenstuk, slot, uitsmijter (nooit: "Dit was onze presentatie")
  • Welke voorwerpen of afbeeldingen laat je zien?
  • Maak een spiekbriefje
  • Oefen vooraf een paar keer

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Houding
- Sta met twee benen op de grond. 
- Je knieën een beetje gebogen en niet op slot. 
- Je armen langs je lichaam. 
- Rug recht, schouders naar achteren. 
- Ogen gericht op het publiek. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

intonatie en mimiek

intonatie =  het omhoog en omlaag gaan van je stem tijdens praten, op welke woorden je de nadruk legt

mimiek = de uitdrukking van je gezicht, wat jouw gezicht "vertelt" (zonder woorden)

Slide 9 - Slide

Een informerende presentatie houden
  • Duidelijke structuur en wordt boeiend gebracht
  • Sta rechtop, spreek duidelijk en rustig
  • Maak oogcontact met je publiek
  • Let goed op of je publiek jouw verhaal nog kan volgen
  • Gebruik een spiekbriefje ter ondersteuning (lees niet voor!)
  •  Geef het publiek de gelegenheid om na afloop vragen te stellen

Slide 10 - Slide

Aan de slag!
Kies een actueel onderwerp
Je gaat met je maatje opzoek naar een aantal verschillende bronnen. 
Uit deze bronnen haal je informatie voor je presentatie
Je verwerkt al deze informatie tot 1 stuk tekst van max 1 A4 (deze A4 moet je na het houden van je presentatie inleveren). Gebruik hiervoor opdracht 2 en 3 van hoofdstuk 4, NN, blz. 118-119

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Afsluiten
Je weet hoe je een informatieve presentatie moet voorbereiden en je hebt tips gekregen waar je op moet letten tijdens het houden van je presentatie.

 

Slide 13 - Slide

5W +H vragen
Wie: over wie gaat het nieuwsbericht?
Wat: wat is er precies gebeurd?
Waar: op welke plek is het gebeurd? Dit kan heel specifiek zijn!
Wanneer: op welke datum is het gebeurd of gaat het gebeuren?
Waarom: waarom is het gebeurd of gaat het gebeuren?
Hoe: hoe is het gebeurd of gaat het gebeuren?

Slide 14 - Slide