6.4 Elektriciteit in huis

Elektriciteit in huis
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Elektriciteit in huis

Slide 1 - Slide

Je kunt straks:
- vijf onderdelen van de meterkast noemen en uitleggen waar ze voor dienen;
- uitleggen hoe kortsluiting en overbelasting ontstaan;
- uitleggen wat een lekstroom is.

Slide 2 - Slide

Groepen in de meterkast

Slide 3 - Slide

Meterkast

Hiernaast zie je de onderdelen van een meterkast. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Verdeelstation
Hoogspanningslijnen
Transformatorhuisje
Meterkast

Slide 6 - Drag question

Overbelasting

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

kortsluiting

Slide 9 - Slide

Kortsluiting

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Is deze stroomkring open of gesloten?

Slide 13 - Slide


A
open
B
gesloten

Slide 14 - Quiz


A
open
B
gesloten

Slide 15 - Quiz

Kortsluiting ontstaat door......
A
zekeringen in de meterkast.
B
beschadigde stroomdraden.

Slide 16 - Quiz

Waar kun je een accu mee vergelijken?
A
zaklamp
B
ruitenwisser
C
dynamo
D
oplaadbare batterij

Slide 17 - Quiz

Geleiders
Isolatoren

Slide 18 - Drag question

Kortsluiting of overbelasting?
A
Kortsluiting
B
Overbelasting

Slide 19 - Quiz

Kortsluiting of overbelasting?
A
Kortsluiting
B
Overbelasting

Slide 20 - Quiz

Wat houdt een groep in een meterkast in?
A
Alle stopcontacten in één ruimte
B
Alle aardlekschakelaars in één ruimte
C
Alle zekeringen in één ruimte
D
Alle kabels in één ruimte

Slide 21 - Quiz

Bij welke stroomsterkte in huis onderbreekt een zekering de stroomkring?
A
Groter dan 32 A
B
Kleiner dan 32 A
C
Groter dan 16 A
D
Kleiner dan 16 A

Slide 22 - Quiz

Wat gebeurt er bij kortsluitng?
A
Er verdwijnt stroom
B
De stroom loop van de + gelijk terug naar de - kant van de spanningsbron
C
De stroom lekt weg
D
Het apparaat verbruikt te veel stroom

Slide 23 - Quiz

Bij welke stroomsterkte in een school of kantoren onderbreekt een zekering de stroomkring?
A
Groter dan 32 A
B
Kleiner dan 32 A
C
Groter dan 24 A
D
Kleiner dan 24 A

Slide 24 - Quiz

Het kan gebeuren dat je een apparaat aanraakt en een schok krijgt. Hoe wordt deze stroom genoemd?
A
aardstroom
B
Lichaamsstroom
C
aardleiding
D
Lekstroom

Slide 25 - Quiz

Wanneer is een draad dubbel geïsoleerd?
A
Als zowel ieder draad zelf en het snoer geïsoleerd is.
B
Als beide draden geïsoleerd zijn.
C
Als het snoer uit twee isolatiematerialen bestaat.

Slide 26 - Quiz

Als een aardlekschakelaar merkt dat er te weinig stroom terugkomt dan dat er heen is gegaan, dan onderbreekt hij de hoofdstroom.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Hoe wordt een extra draad genoemd die de metalen buitenkant rechtstreeks verbindt met de aarde?
A
Aardlekschakelaar
B
Zekering
C
Aardleiding
D
Randaarde

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Link

Aan de slag
Maak nu 6.4 Energie in huis


Slide 30 - Slide