This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
www.lessonup.com
Voer de code .... in
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Wat weet je nog van vorige week?
Slide 3 - Open question
In de lessen bij deze song leer je hoe je iets in de tegenwoordige tijd zegt. Daarvoor leer je in deze les:
- De tegenwoordige tijd in het Nederlands
- De present simple
Slide 4 - Slide
Wat is de present simple?
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
Slide 5 - Quiz
De tegenwoordige tijd
In het Nederlands gebruik je de tegenwoordige tijd om te zeggen wat je op dit moment doet. Een voorbeeld is:
Ikkijknaar het bord -> hijkijktnaar het bord
Ik loopnaar de wc -> hijlooptnaar de wc
Ik schrijfiets op -> hij schrijftiets op
Slide 6 - Slide
Tegenwoordige tijd spel
Iedereen heeft een blaadje met daarop een nummer en een actie.
Als jouw nummer op het bord komt doe je wat er op je kaartje staat en zeg je wat je doet.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Present simple
De tegenwoordige tijd heet in het Engels "de present simple"
Voorbeelden zijn:
Ik loop - I walk ->Hij/ zij/ het loopt- He/she/it walks
Ik spring- I jump->Hij/ zij/ het springt - He/she/it jumps
Slide 9 - Slide
Present simple spel
Iedereen heeft een blaadje met daarop een nummer en een actie. Als jouw nummer op het bord komt doe je wat er op je kaartje staat en zeg je wat je doet.