DP2 woensdag 20 maart

DP2 dinsdag 26 maart
1 / 40
next
Slide 1: Slide
NT2BasisschoolGroep 8

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

DP2 dinsdag 26 maart

Slide 1 - Slide

Inhoud

Abel
quiz
Tekst
Inburgeringsexamen oefenen
(mondeling: Rafal)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Ik ben trots.....mijn broer.
A
met
B
op
C
naar
D
onder

Slide 6 - Quiz


Zo trots als een ....
A
hond
B
kat
C
pauw
D
kip

Slide 7 - Quiz

Ik ... gefietst
A
heb
B
ben

Slide 8 - Quiz

Ik ... naar school gefietst
A
heb
B
ben

Slide 9 - Quiz

Ik ... verhuisd naar Brabant.
A
heb
B
ben

Slide 10 - Quiz

Ik ... mijn piano verhuisd
A
heb
B
ben

Slide 11 - Quiz

Ik heb mij geabonneerd ...... de krant.
A
met
B
aan
C
van
D
op

Slide 12 - Quiz

Ik drink veel, want...
A
ik heb dorst.
B
ik dorst heb.

Slide 13 - Quiz

Ik kies pistache-ijs, want...
A
daarvan ik hou
B
ik daarvan hou
C
ik hou daarvan

Slide 14 - Quiz

Ik bel de tandarts, omdat ...
A
ik tandpijn heb.
B
ik heb tandpijn.

Slide 15 - Quiz

Welke ontkenning is juist?

Ik lust ... appels.
A
Geen
B
Niet

Slide 16 - Quiz

Welke ontkenning is juist?

Ik durf dat ...
A
Niet
B
Geen

Slide 17 - Quiz

Wat is juist?

Ik heb ... jurk.
A
Niet
B
Geen

Slide 18 - Quiz

Welke ontkenning is juist?

Ik strijk mijn kleren.
A
Ik strijk mijn kleren geen.
B
Ik strijk geen mijn kleren.
C
Ik strijk mijn kleren niet.
D
Ik niet mijn kleren strijken.

Slide 19 - Quiz

Ik blijf binnen, omdat ...
A
het is koud.
B
het koud is.

Slide 20 - Quiz

Wat is geen Nederlandse krant?
A
De Volkskrant
B
De Zon
C
Het AD
D
De Telegraaf

Slide 21 - Quiz

Wat is de hoofdstad van Duitsland?
A
Berlin
B
Berlien
C
Berlijn
D
Bonn

Slide 22 - Quiz

Hoeveel landen grenzen aan Frankrijk?
A
10
B
3
C
8
D
5

Slide 23 - Quiz

Welk land heeft de langste kustlijn in Europa?
A
Ierland
B
Nederland
C
Noorwegen
D
Griekenland

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

Slide 27 - Link

Slide 28 - Link

Eenderde van Nederlanders...
Lees de tekst en schrijf nieuwe woorden op.
Wie? Wat? Waar? Wanneer?
Herken je het probleem?

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Link

Slide 31 - Link

Tekst AD
Lees de tekst
Schrijf/onderstreep moeilijke/nieuwe woorden

Lees samen

Slide 32 - Slide

In tweetallen
Zoek stimuli op internet en bedenk er vragen bij.

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Link

Ingezonden brief
Voorstel
Toespraak

Slide 35 - Slide

Jongerenblad
Vakantie in eigen land
leerzaam
mening
promoten
faciliteiten van de sportclub
motiveren
soortgelijke projecten
overwegen

pensioen
winkel
schilderen
ziekenhuis
gestofzuigd
dol op haar
prima

Slide 36 - Slide

Dictoglos
Ik lees een tekst voor, je schrijft niet mee.
Ik lees het weer voor en je maakt notities (ik lees te snel om echt mee te schrijven.)
Ik lees weer voor en je maakt weer notities.

Spreek van tevoren af waar jij en waar je buurman op gaat letten.
Je probeert, met je buurman/vrouw, de tekst op te schrijven.

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Link

Slide 40 - Video