Herhalingsles weefsels

Herhalings les weefsels
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Herhalings les weefsels

Slide 1 - Slide

Doel van deze les
Herhalen van de stof voor de toets
Op een andere manier een samenvatting maken over de stof

Slide 2 - Slide

Welke 4 soorten weefsels ken je?

Slide 3 - Open question

Er zijn 4 soorten weefsels
1 Epitheel weefsel
2 Bind en steunweefsel
3 Spier weefsel
4 Zenuwweefsel

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wat is zijn kenmerken van epitheelweefsel?

Slide 6 - Open question

Kenmerken van epitheelweefsel
1 Weinig of geen tussenstof
2 cellen liggen als bouwstenen naast elkaar
3 het beschermd ons van binnen en buiten

Slide 7 - Slide

Indeling van epitheelweefsel naar bouw
  1. plaat/ plaveisel epitheel
  2. kubische epitheel
  3.  cilindrisch epitheel  (hieronder valt ook het trilhaar epitheel)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Epitheel kan ik indelen naar functie:
  1. Beschermend epitheel
  2. Stofafscheidend epitheel 

Slide 10 - Slide

Je hebt
 1-lagig epitheel ook wel endotheel genoemd
 meerlagig epitheel

Slide 11 - Slide

We gaan nu verder met stofafscheidend epitheel

Slide 12 - Slide

Welke verschillende soorten stofafscheidend stoffen kun je benoemen?

Slide 13 - Open question

Stofafscheidend epitheel indeling naar vorm
  1. Buis vormig
  2. tros vormig
  3. gemengd 

Slide 14 - Slide

Wijze van afscheiding
Exocrien
Endocrien
Exo/ endo crien

Slide 15 - Slide

Er zijn 3 soorten exocriene klieren

  1. Apocriene klieren
  2. Holocriene klieren
  3. Eccriene klieren 

Slide 16 - Slide

Functies van het stofafscheidend epitheel
  1. Excretie
  2. Incretie (hieronder valt ook secretie)

Slide 17 - Slide

FUNCTIES BEENWEEFSEL
  • Bescherming
  • Steun
  • Vormgeving
  • Maken bloedcellen
  • Aanhechtingsplaats voor spieren 

Slide 18 - Slide

Beenweefsel

Slide 19 - Slide

Beenweefsel

Al je botten bestaan hieruit, hard maar ook breekbaar.

Beencellen liggen in cirkels rond de bloedvaatjes.

De cellen maken van kalk en lijmstof de tussencelstof.


Slide 20 - Slide

Spieren en hun werking
  • Glad spierweefsel en dwarsgestreept spierweefsel:
  • Glad spierweefsel: Komt voor in de huid, wanden van buisvormige of holle organen zoals darmkanaal, bloedvaten, blaas. 
  • Deze kun je niet bewust aansturen. Werkt traag maar kan het lang volhouden.

Slide 21 - Slide

Spier Weefsel

  •           3 soorten: 
  • Dwarsgestreept spierweefsel
  • Glad spierweefsel
  • hartspierweefsel

Slide 22 - Slide

zenuwweefsel

Slide 23 - Slide

Aansturing door zenuwen 
- de skeletspieren worden aangestuurd door zenuwen. 
- signalen geproduceerd in grote hersenen


Slide 24 - Slide

Zenuwcellen
Neuron: Zenuwcel

Dendriet: Vangt de prikkels op.
Axon: Lange uitloper. Geleidt impulsen van het cellichaam naar spier- of kliercellen.
Myeline: Isolatie waardoor elektrisch signaal (impuls) sneller kan geleiden.

Slide 25 - Slide

VRAGEN
Vragen

Slide 26 - Slide