Thema 4 Level 2 deel 2

• Economie
• Secundair onderwijs

Thema 4 Level 2

Hoe ontstaat er een onevenwicht op de arbeidsmarkt?

Lili, 26 jaar, zit een tijdje thuis tussen twee jobs in.

Over welke soort werkloosheid gaat het?

1. Jeugdwerkloosheid
2. Conjuncturele werkloosheid
3. Frictiewerkloosheid
4. Seizoenswerkloosheid

Kim is 22 jaar. Ze vindt momenteel geen werk.

Over welk type van werkloosheid gaat het?

1. Conjuncturele werkloosheid
2. Structurele werkloosheid
3. Jeugdwerkloosheid
4. Frictiewerkloosheid

Jan is 35. Je kunt hem inhuren als sinterklaas en kerstman in de maanden november en december.

Over welkt type werkloosheid gaat het?

1. Structurele werkloosheid
2. Conjuncturele werkloosheid
3. Frictiewerkloosheid
4. Seizoenswerkloosheid

1. Activiteitsgraad of participatiegraad
2. Werkzaamheidsgraad
3. Werkloosheidsgraad

1. Activiteitsgraad of participatiegraad
2. Werkzaamheidsgraad
3. Werkloosheidsgraad

1. Activiteitsgraad of participatiegraad
2. Werkzaamheidsgraad
3. Werkloosheidsgraad

De ... geeft aan hoeveel % van de beroepsbevolking geen werk vindt.

1. Activiteitsgraad of participatiegraad
2. Werkzaamheidsgraad
3. Werkloosheidsgraad

De ... geeft aan hoeveel % van de bevolking op arbeidsleeftijd effectief aan de slag is.

1. Activiteitsgraad of participatiegraad
2. Werkzaamheidsgraad
3. Werkloosheidsgraad

De ... geeft aan hoeveel % van de bevolking op arbeidsleeftijd beroepsactief is (werkend of werkzoekend).

1. Activiteitsgraad of participatiegraad
2. Werkzaamheidsgraad
3. Werkloosheidsgraad