Schrijver probeert vragen als 'Wat vind ik ervan?' of 'Wat kan je daarover denken?' te beantwoorden.
Belangrijkste doel is om een oordeel te geven.
Wat zijn voorbeelden van waarderende teksten?
Boekrecensie, protest, discussie
Slide 11 - Slide
Tekstdoelen
Een auteur wil iets bereiken bij zijn lezer. Elke tekst heeft dus een tekstdoel.
Bij elke tekstsoort en bijbehorende tekstdoel passen verschillen de tekstvormen. Tekstvormen zitten niet altijd vast aan een tekstdoel.
Een krantenartikel kan een verslag zijn van een nieuwsgebeurtenis (informerend), maar kan ook een betoog bevatten over een actueel onderwerp (waarderend)
Slide 12 - Slide
Doel
Tekstvorm
Verhalende tekstsoorten
Vertelling
delen van persoonlijke ervaringen en gebeurtenissen
gesprek, dagboek, persoonlijk verslag, blog
Verhaal
vermaken of tot nadenken aanzetten door een verhaal te vertellen
kort verhaal, fabel, mop, roman sprookje stripverhaal, filmscenario
Slide 13 - Slide
Doel
Tekstvorm
Informerende tekstsoorten
verslag
een zaak of verschijnen beschrijven en orderenen
werkstuk, verslag van proefje, onderzoeksverslag, logboek
procedure
instructie geven en beschrijven hoe je iets moet doen
overtuigen door een standpunt met argumenten te onderbouwen
ingezonden brief, klachtenbrief, protestbrief
Recensie
evalueren van een boek, film, toneelstuk, muziekstuk, product, service, et cetera
blog, review, krantenartikel
Beschouwing
een onderwerp vanuit een of meer gezichtspunten bekijken
column, discussie, essay
Slide 15 - Slide
Onderwerp van tekst
Het onderwerp van een tekst kan je vaak samenvatten in één woord of woordgroep.
Een schrijver behandelt vaak meer kanten van een onderwerp. Dat noem je deelonderwerpen.
De hoofdgedachte is het belangrijkste wat de schrijver wil zeggen over het onderwerp. Je vindt deze vaak in de titel, inleiding of slot. Het staat soms niet letterlijk in de zin.
Slide 16 - Slide
De opdracht
Wat? Opdracht 3 en 4 op bladzijde 10
Hoe? Zelfstandig (eerste vijf minuten in stilte)
Tijd? Tot het einde van de les
Vragen? Eerste vijf minuten niet, steek daarna je hand op
Klaar? Lees verder uit je leesboek of maak ander huiswerk.
timer
1:00
Slide 17 - Slide
Huiswerk
Voor volgende week donderdag (31/08) moet opdracht 3 en 4 op bladzijde 10 af zijn.