laatste les

Laatste les :(
1 / 42
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Laatste les :(

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

RONDE 1
Algemene kennis

Slide 3 - Slide

Wat is het kleinste land ter wereld?
A
Vaticaanstad
B
Monaco
C
Luxemburg
D
San Marino

Slide 4 - Quiz

Hoeveel karaat is puur goud
A
18
B
20
C
24
D
28

Slide 5 - Quiz

Waar staat het hoogste gebouw ter wereld?
A
Amerika
B
Dubai
C
India
D
China

Slide 6 - Quiz

Wie heeft in 2019 het songfestival gewonnen?
A
Netta
B
John Lundvik
C
Maneskin
D
Duncan Laurence

Slide 7 - Quiz

Welk land heeft de meeste eilanden?
A
Zweden
B
Griekenland
C
Indonesie
D
Nederland

Slide 8 - Quiz

Welke sport is wereldwijd na voetbal het populairst?
A
Tennis
B
Hockey
C
Cricket
D
Atletiek

Slide 9 - Quiz

Welk nummer is in 2020 het meest gestreamd via Spotify?
A
Bad Guy
B
Blinding Lights
C
Dance Monkey
D
Don't Start Now

Slide 10 - Quiz

In welk jaar is Netflix opgericht?
A
1997
B
2001
C
2009
D
2015

Slide 11 - Quiz

Welke kleur heeft de laatste letter van het Google logo
A
Rood
B
Blauw
C
Groen
D
Geel

Slide 12 - Quiz

Hoe vaak heeft Max Verstappen een Grand Prix gewonnen?
A
9x
B
10x
C
13x
D
14x

Slide 13 - Quiz

RONDE 2
Sport

Slide 14 - Slide

Wie kreeg er in de wedstrijd Nederland - Tsjechië een rode kaart?
A
Matthijs de Ligt
B
Denzel Dumfries
C
Frenkie de Jong
D
Memphis Depay

Slide 15 - Quiz

Welk van de onderstaande sporters doet NIET mee aan de Tour de France
A
Robert Gesink
B
Mathieu van der Poel
C
Tom Okker
D
Steven Kruiswijk

Slide 16 - Quiz

Welk land staat op de wereldranglijst van het vrouwenhockey bovenaan?
A
Argentinië
B
Australie
C
Duitsland
D
Nederland

Slide 17 - Quiz

Hoe lang duurt het Wimbledon tennis toernooi
A
1 week
B
2 weken
C
3 weken
D
4 weken

Slide 18 - Quiz

Hoeveel bowling kegels zijn er?
A
8
B
10
C
12
D
14

Slide 19 - Quiz

RONDE 3
Scheikunde 

Slide 20 - Slide

Noem de twee reactieproducten bij een volledige verbranding

Slide 21 - Open question

Wat is geen brandverschijnsel?
A
Vlammen
B
Rook
C
Verkoold hout
D
Brandlucht

Slide 22 - Quiz

Wat zijn de 3 brandvoorwaarden?

Slide 23 - Open question

Hoe heten stoffen die uit C en H bestaan?

Slide 24 - Open question

Welk van de onderstaande producten is geen reactieproduct van een een onvolledige verbranding?
A
Roet
B
CO2
C
CO
D
H2O

Slide 25 - Quiz

Welke stof kan zure regen veroorzaken?
A
Stikstofoxiden
B
Zwaveloxiden
C
Koolstofdioxide
D
CFK's

Slide 26 - Quiz

Noem 3 dingen die de reactiesnelheid kunnen verhogen

Slide 27 - Open question

Wat moet je verder weten?
- rekenen met massaverhoudingen
- kloppend maken van reactievergelijkingen (volledige en onvolledige verbrandingen)
- grafiek van de reactietijd begrijpen (zie blz 126)

Slide 28 - Slide

RONDE 3
NaSk

Slide 29 - Slide

Ijzer is een voorbeeld van een goede
A
Geleider
B
Isolator

Slide 30 - Quiz

Wat is de eenheid van de spanning U
A
V
B
A
C
W
D
kWh

Slide 31 - Quiz

In een parallelschakeling
A
Staat over elk lampje dezelfde spanning
B
Wordt de spanning verdeeld

Slide 32 - Quiz

In een serieschakeling
A
Staat over elk lampje dezelfde spanning
B
Wordt de spanning verdeeld

Slide 33 - Quiz

Als 1 lampje stukgaat blijft de rest branden
A
Serieschakeling
B
Parallelschakeling

Slide 34 - Quiz

Welk onderdeel van de huisinstallatie beschermt er tegen lekstroom?
A
kWh-meter
B
Zekering
C
Aardlekschakelaar
D
Groep

Slide 35 - Quiz

Waar krijg je last van als je een apparaat van 10A en 9A op dezelfde groep aansluit?

Slide 36 - Open question

Hoeveel energie (kWh) kost het om 1,5 uur te stofzuigen met een stofzuiger van 1200 W?

Slide 37 - Open question

Hoe duur is het om een jaar lang elke avond 6 uur lang een lamp van 100 W te laten branden (1 kWh = 0,24 cent)

Slide 38 - Open question

Als je een papier verfrommelt heb je last van
A
Elastische vervorming
B
Plastische vervorming

Slide 39 - Quiz

Wat is geen belangrijke eigenschap van een kracht
A
Aangrijpingspunt
B
Grootte
C
Richting
D
Werking

Slide 40 - Quiz

Hoe groot is de zwaartekracht op iemand van 75 kg op aarde?
A
750 N
B
7,5 N
C
735,5 N
D
7,35 N

Slide 41 - Quiz

De zwaartekracht van iemand op de maan is 108 N. Wat is de massa van deze persoon (g = 1,6 N/kg)

Slide 42 - Open question