Les-woe-4-dec-chapitre5-Formatieve evaluatie-voc-lezen,schrijven-p.c-BVNW

3H1
1 / 28
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

3H1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

3h2

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leg allemaal je spullen op de tafel
-ton livre:  Grandes Lignes 1 VMBO-GT/HAVO:  Cahier d'activités B
- ton cahier 

-
ton stylo bleu

Pose ton sac-à dos par terre, s'il vous plaît

timer
2:00

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

1, 2, 3

timer
4:00

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Chapitre 5: Révision 
Leerdoelen:
1. Vocabulaire: je kent woorden die te maken hebben met vrije tijd en familie
3. Lezen: Je kunt een tekst begrijpen die over vrije tijd en familie gaat
2. Grammaire: P.C en BNW

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel 1: vocabulaire
 Je kent woorden die te maken hebben met vrije tijd, familie, en activiteiten

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Vertaal van F - N
[1p] passer
[1p] rencontrer
[1p] prochain (e)
[1p] la cousine

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Vertaal:
les yeux , les cheveux, les lunettes, comment, qui

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Schrijf alle maande van
het jaar in het Frans

Slide 11 - Mind map

janvier:   januari
février:    februari
mars:      maart
avril :       april
mai:        mei
juin:       juni
juillet:    juli
aout:    augustus
septembre:   september
octobre oktober
novembre november
décembre december
cette année dit jaar
longtemps
Les couleurs
Ken je nog de namen van de kleuren?
Exercice interactif: memory spel

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Link

This item has no instructions

Leerdoel 2: Grammaire
  Je kent de regel van:
         -  de passé- composé (v.t.t)
         - Het bijvoeglijk naamwoord 
Vul de juiste vorm van de werkwoorden in de passé composé in.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Tu (chanter) _____________ au concours?
Non, j’ (danser) _____________.
Vous (aimer) _____________ la danse? Oui!

B Vul de zinnen aan met de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.

4 [1p] Paula est très (grand) __________________.

5 [1p] C’est une fille (enthousiaste) __________________.

Vul de juiste vorm van de werkwoorden in de passé composé in.

1 [1p] Tu (chanter) _____________ _____________ au concours?

2 [1p] Non, j’ (danser) _____________ _____________.

3 [1p] Vous (aimer) _____________ _____________ la danse? Oui!

B Vul de zinnen aan met de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.

4 [1p] Paula est très (grand) __________________.

5 [1p] C’est une fille (enthousiaste) __________________.



Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Vul de zinnen aan met de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.

1. Paula est très (grand) __________________.
2. C’est une fille (enthousiaste)__________________.
3. Paul est in intellegent. Paula est (intellengent) ---------------------------



Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Leerdoel 3: Lire
Je kunt een tekst begrijpen die over vrije tijd en familie
Lees de tekst hieronder en beantwoord de vragen (Dia 13, 14

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Lees de eerste alinea van de tekst op de vorige pagina.
Waarom gaat Thierry naar Parc Astérix?
A
Het is een cadeau van zijn ouders
B
Omdat hij entreekaartjes heeft gewonnen
C
Vanwege de verjaardag van zijn vriend

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Lees nog een keer de eerste alinea.
Met wie gaat Thierry naar Parc Astérix?
A
Met Alex
B
Met zijn ouders en zijn broer
C
Met zijn ouders en zijn vrienden

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Lees nu de hele tekst.
Over wie vertelt Thierry het meest?

A
Over zijn broer(s)
B
Over zijn ouders
C
Over zijn vrienden

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat zegt Thierry over het hotel?


A
Thierry deelt een kamer met zijn ouders
B
Thierry en zijn vrienden slapen op één kamer
C
Thierry heeft een eigen kamer

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

«Michel trouve ça horrible.» (alinea 4). Wat vindt Michel horrible?

A
De achtbaan
B
De snelheid
C
Het water

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Lesevaluatie
Beantwoord de vragen. Gebruik de link.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Link

This item has no instructions

Les devoirs
Chapitre 6: VOICI PARIS
1. Apprends voc. A chapitre 6 (wb B, p. 80). Utilise Slim stampen
2. Fais ex. 4 (wb B, p. 52)

Neem je boek B, een schrift, een opgeladen laptop en oordopjes mee.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

La prochaine leçon
Chapitre 6: VOICI PARI
Leerdoelen: 
1. Je kunt de weg vragen, de weg wijzen;

2. Je kunt de namen van vervoermiddelen en namen van openbare gebouwen benoemen.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Klaar!!
Klik op kruisje op de toets af te sluiten. 
Klik daarna op inleveren. 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions