Wat: Maak opdracht 12, 13 & 15 op pagina 96.
Hoe: Alleen of in tweetallen.
Hulp: De woordenlijst op pagina 130.
Tijd: 10 minuten.
Resultaat: Je hebt je woordenschat verbreed.
Klaar: Omschrijf de themawoorden. Bijv: Notebook > een schrift waarin je je aantekeningen schrijft.