Duits - TrabiTour 4.1 - Kapitel 4 - Lektion 14

Kapitel 1
Hallo Deutschland 


 Nehmt bitte die Bücher heraus.
Prüfung
Die letzte Runde!
Lektion 14
1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Kapitel 1
Hallo Deutschland 


 Nehmt bitte die Bücher heraus.
Prüfung
Die letzte Runde!
Lektion 14

Slide 1 - Slide

 Was machen wir heute?
  1. Informatie over de toets
  2. Alles wiederholen
  3. Spaß

Lernziele: 
We gaan goed voorbereid de toets in!

Slide 2 - Slide

S. 189 - C Overige 10
Prüfung
De 4 onderdelen
A. Grammatik
  • Getallen
  • Voltooid deelwoord
  • Regelmatige werkwoorden
  • Ein oder eine / kein oder keine
  • Bezittelijk voornaamwoord

B. Wörter
  • Wörterliste A t/m G
C. Plauderecke / schreiben
  • Plauderecke C - H

D. Lesen

Slide 3 - Slide

S. 189 - C Overige 10
Prüfung
Getallen
  • dreihundertfünfzig
  • vierundachtzig
  • dreihunderteinundzwanzig
  • zweihundertsechzehn
  • dreiundvierzig
  • achthundertfünfundsiebzig
  • hundert
  • einhundertvierundneunzig
  • dreihundert-fünfzig
  • vier-und-achtzig
  • dreihundert-ein-und-zwanzig
  • zweihundert-sechzehn
  • drei-und-vierzig
  • achthundert-fünf-und-siebzig
  • hundert
  • einhundert-vier-und-neunzig

  • 350
  • 84
  • 321
  • 216
  • 43
  • 875
  • 100
  • 194

Slide 4 - Slide

Grammatik
Prüfung
Personalpronomen = Persoonlijk voornaamwoord.
ich, du, er, sie (ev), es, wir, ihr, sie (mv), Sie

Zelfstandig naamwoord mannelijk > pers. voornaamwoord 'er'
Zelfstandig naamwoord vrouwelijk > pers. voornaamwoord 'sie'
Zelfstandig naamwoord onzijdig > pers. voornaamwoord 'es'
Zelfstandig naamwoord meervoud > pers. voornaamwoord 'sie' 'wir' 'ihr'




Persoonlijke voornaamwoorden

Slide 5 - Slide

S. 186 - A Werkwoorden 3
Prüfung
Voltooid deelwoord
Gewone werkwoorden

gewone
werkwoorden
werkwoorden met een stam op -d of -t
onregelmatige
werkwoorden
regel
ge+stam+t
ge+stam+e+t
onregelmatig
voorbeeld
gemacht
gespielt
geantwortet
gemeldet
sein - gewesen

Slide 6 - Slide

S. 189 - B Naamvallen 8
Prüfung
Bezittelijk voornaamwoorden
Possessivpronomen = Bezittelijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord staat altijd voor een zelfstandig naamwoord en geeft aan van wie iets of iemand is.

Bijvoorbeeld:
Das ist mein Opa.    Das ist deine Oma.     Dast ist dein Buch.

Fertig mit Aufgabe 11 B? Mach jetzt Aufgabe 12 Grammatik




Slide 7 - Slide

S. 186 - A Werkwoorden 3, 4 & 5
Prüfung
Werkwoorden
persoonlijk voornaamwoord
regelmatige werkwoord
voorbeeld
werkwoord met stam eindigend -d of -t
voorbeelden
stam
wohn
stam
antwort
red
ich
stam + e
wohne
stam + e
antworte
rede
du
stam + st
wohnst
stam + e + st
antwortest
redest
er / sie / es
stam + t
wohnt
stam + e + t
antwortet
redet
wir
stam + en
wohnen
stam + en
antworten
reden
ihr
stam + t
wohnt
stam + e + t
antwortet
redet
sie
stam + en
wohnen
stam + en
antworten
reden
Sie
stam + en
wohnen
stam + en
antworten
reden
voltooid deelwoord
ge + stam + t
gewohnt
ge + stam + e + t
geantwortet
geredet

Slide 8 - Slide

S. 188 - B Naamvallen 7
Prüfung
Onbepaalde lidwoorden
een = ein(e) - Dit is een lidwoord          geen = kein(e)








Mannelijk
Vrouwelijk
Onzijdig
Meervoud
ein
eine
ein
keine
ein Mann
eine Frau
ein Kind
keine Kinder
ein Hund
eine Schule
ein Haus
keine Freunde

Slide 9 - Slide

S. 188 - B Naamvallen 7
Prüfung
Plauderecke & Schreibecke
Plauderecke
C: Mein Lieblingssport

H: Freizeit und Hobbys







Schreibecke
E: Mein Training

I: Meine interessen







Slide 10 - Slide

S. 188 - B Naamvallen 7
Prüfung
Lesen
Op classroom staan links naar kleine verhaaltjes inclusief vragen die jou kunnen helpen.







Slide 11 - Slide

S.150 Wörterliste
Prüfung
Wörter
S. 150 
Alle Wörterlisten (A bis G

Slide 12 - Slide

S. 189 - C Overige 10
Prüfung
De 4 onderdelen
A. Grammatik
  • Getallen
  • Voltooid deelwoord
  • Regelmatige werkwoorden
  • Ein oder eine / kein oder keine
  • Bezittelijk voornaamwoord

B. Wörter
  • Wörterliste A t/m G
C. Plauderecke / schreiben
  • Plauderecke C - H

D. Lesen

Slide 13 - Slide

Hausaufgaben für die Prüfung
 Hausaufgaben
Lernen
Wörterliste A - G (S. 150 - 151)
Plauderecke C - H (S. 152)
Schreibecke E - I (S. 153)
Grammatik C - E (S. 154)

A. Werkwoorden - 3, 4 und 5 (S. 186)
B. Naamvallen - 6, 7, 8 und 9 (S. 188)
C. Overige - 10, 12 und 13 (S.190)

Viel Erfolg bei der Prüfung!

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide