This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wie heeft de Amerikaanse presidentsverkiezingen van november 2024 gevolgd?
Ja, ik heb de verkiezingen wel een beetje gevolgd.
Nee, ik heb de verkiezingen niet gevolgd.
Slide 2 - Poll
Slide 3 - Video
QUIZ
Wie weet het meeste van de Amerikaanse verkiezingen?
Slide 4 - Slide
Hoe lang duurt de regeerperiode van een Amerikaanse president?
A
4 jaar
B
5 jaar
C
6 jaar
D
8 jaar
Slide 5 - Quiz
Wie is de huidige president van Amerika?
A
Donald Trump
B
Barack Obama
C
Joe Biden
D
Kamala Harris
Slide 6 - Quiz
Wanneer zijn de Amerikaanse verkiezingen?
A
5 maart 2024
B
5 juni 2024
C
5 september 2024
D
5 november 2024
Slide 7 - Quiz
Je ziet hier de laatste 5 Amerikaanse presidenten. Wie is wie? Sleep de naam naar de juiste foto.
Bill Clinton
Donald Trump
George W. Bush
Joe Biden
Barack Obama
Slide 8 - Drag question
Slide 9 - Video
Actieve rol van overheid vs. Kleine rol van de overheid
Slide 10 - Slide
Republikeinen: rechts/conservatief, behoud wapenbezit, christelijk, gericht op economie, tegen immigratie, kleine overheid
Democraten: links/liberaal, problemen aanpakken, meer gelijkheid, aandacht voor milieu, tolerant(er) tegenover LHBTQ+
Slide 11 - Slide
Verbod op abortus. Het ongeboren leven moet beschermd worden.
Republikeinen
Democraten
Het privébezit op semi-automatische wapens moet onmiddelijk afgeschaft worden.
De overheid moet zorgen dat iedereen toegang heeft tot medische zorg (Obamacare).
De klimaatcrisis is een groot probleem en verduurzaming is echt nodig.
Het homohuwelijk zou niet gelegaliseerd moeten worden.
Arbeidsmigranten uit Mexico en Midden-Amerika moeten met man en macht worden tegengehouden.
Slide 12 - Drag question
Slide 13 - Video
Slide 14 - Video
Welk campagnespotje (van Harris of Trump) spreekt jou het meeste aan en waarom?
Slide 15 - Open question
Stel jij had mogen deelnemen aan de verkiezingen, op wie had je dan gestemd?
Donald Trump
Kamala Harris
Slide 16 - Poll
Bestorming Capitool
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Hoe Werken de Amerikaanse verkiezingen
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Video
Hoeveel kiesmannen moet je hebben om president te worden?
A
250
B
538
C
150
D
270
Slide 21 - Quiz
00:17
Wie is de kandidaat voor de republikeinse partij?
A
Trump
B
Harris
Slide 22 - Quiz
Hoe heet het systeem waarbij de winnaar alle kiesmannen krijgt?
A
Winner takes everything
B
Winner takes them
C
Winner takes all
D
Winner winner chicken dinner
Slide 23 - Quiz
Waarop is het aantal kiesmannen in een staat bepaald?
A
Het aantal inwoners
B
De hoeveel belasting die betaald wordt
C
Willekeurig
D
Het oppervlakte
Slide 24 - Quiz
Wat bepaalt dat er per staat minimaal 3 kiesmannen zijn?
A
Niks, het is gewoonte
B
Een aanvulling op de grondwet
C
Dat is geen regel
D
De grondwet
Slide 25 - Quiz
Bekijk de afbeelding. Wie wonnen in 1976 de verkiezingen volgens de kaart?
popular vote = normale stemmen
electoral vote = kiesmannen
A
Democraten
B
Republikeinen
Slide 26 - Quiz
Slide 27 - Video
Uitleg Amerikaanse verkiezingen
Voorverkiezingen: kiesgerechtigden stemmen op de presidentskandidaat van hun partij. Op Super Tuesday stemmen al 9 staten op hun kandidaat.
Politieke partijen: Republikeinen en Democraten. Alleen deze partijen zijn landelijk erkend, maar hieronder kunnen wel kleinere partijen vallen. Er zijn ook Amerikanen die zich als "independents" (onafhankelijken) identificeren.
Indirecte/getrapte verkiezingen: in de VS wordt de president niet rechtstreeks door het volk gekozen, maar via kiesmannen. Met een meerderheid van stemmen kan je dus de verkiezingen verliezen, zoals Hillary Clinton in 2016.
Kiesmannen: elke staat heeft een aantal kiesmannen die vervolgens de president kiezen. Je hebt doorgaans 270/538 kiesmannen nodig om de verkiezingen te winnen.
Slide 28 - Slide
Kamala Harris heeft volgens deze peiling 226 kiesmannen (nog 44 nodig voor de winst)
Donald Trump heeft nu 219 kiesmannen (nog 51 nodig voor de winst)
Slide 29 - Slide
Welke stelling is onjuist?
A
De kandidaat met de meeste kiesmannen wint de Amerikaanse presidentsverkiezingen
B
In de VS zijn twee grote landelijke politieke partijen.
C
De kandidaat met de meeste stemmen wint de Amerikaanse presidentsverkiezingen
D
Een president kan slechts eenmaal herkozen worden, tenzij hij/zij tussentijds is aangesteld.
Slide 30 - Quiz
Vind je het Amerikaanse systeem eerlijk en democratisch?
A
Ja, de kandidaat met de meeste kiesmannen wint
B
Ja, de kandidaat met het beste programma kan winnen.
C
Nee, want je kan met een meerderheid van stemmen verliezen.
D
Nee, want je kan alleen winnen als je over heel veel geld voor je campagne beschikt.
Slide 31 - Quiz
Nederland
Verenigde Staten
Grondwet (sinds 1848*)
Constitutionele monarchie (koninkrijk met grondwet)
Minister-president als hoofd van de regering
Koning is het staatshoofd
Eerste en Tweede Kamer hebben wetgevende/uitvoerende functie
Onafhankelijke rechterlijke macht
Directe Tweede Kamer-verkiezingen
Vele politieke partijen
Grondwet (sinds 1787), maar elke staat heeft ook eigen wetten
Republiek (land zonder koning)
President is staatshoofd, hoofd van de regering en opperbevelhebber van het leger. Daarmee ook zeer machtig.
Senaat en Huis van Afgevaardigden hebben wetgevende/uitvoerende functie
Onafhankelijke rechterlijke macht
Indirecte presidentsverkiezingen
Twee landelijke politieke partijen
Slide 32 - Slide
Noem een belangrijk verschil tussen het politieke systeem in de VS en Nederland. Gebruik je eigen kennis en wat je net hebt geleerd.
Slide 33 - Open question
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Video
Wie gaat de Amerikaanse verkiezingen winnen, denk je?