6.4 Duurzaam leven

6.4 Duurzaam Leven
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

6.4 Duurzaam Leven

Slide 1 - Slide

Vandaag
Paragraaf 6.4 

-Afronden

Slide 2 - Slide

Vandaag
-Terugblik 6.3 

-Uitleg 6.4
-Zelf aan het werk met 6.4 

-Afronden

Slide 3 - Slide

Terugblik 6.3
-Je kunt uitleggen welk effect bemesting op de omgeving heeft en hoe je dit tegen kunt gaan.
-Je kunt uitleggen welke invloed gewasbeschermingsmiddelen op de omgeving hebben en hoe je dit tegen kunt gaan. 

Maak bij 6.3 de opdrachten 9, 11, 13, 15, 17, 18 en 20
(bespreken met nectar.nl) 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Leerdoelen 6.4
-Je kunt voorbeelden van duurzame keuzes geven
-Je kunt maatregelen noemen om de voedselproductie duurzamer te maken
-Je kunt maatregelen noemen om het broeikaseffect te verminderen. 

Slide 6 - Slide

6.4
paragraaf 6.4 leerdoel 1, 2, 3: teksten blz 192, 196, 198-199

Opdrachten: 4, 5, 13, 17, 19 en 20 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Samen lezen tekst op blz. 192.
Maken vraag 4 en 5

Slide 9 - Slide

Duurzaamheid
'Duurzaamheid is de mate waarin een samenleving in staat is in haar eigen behoeften te voorzien zonder toekomstige generaties de kans te ontnemen in hun behoeften te voorzien'.

Er zijn meerdere manieren waarop je duurzaam om kunt gaan met je omgeving:
  1. Duurzaam energiegebruik
  2. Duurzaam eten
  3. Duurzaam grondstoffengebruik (recyclen)

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Zelf duurzaam eten
  1. Kies voor biologische producten
  2. Milieubewust vlees eten (vooral kip of een dagje minder)
  3. Insecten eten

(blz 196)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Zelf duurzaam eten
Maak vraag 13 en 17 

(blz 197)

Slide 15 - Slide

Vermindering broeikaseffect
Door minder fossiele brandstoffen te gebruiken!
  1. Minder elektriciteit (bijv. licht uit, zuinigere apparaten)
  2. Duurzame energie gebruiken (elektrische auto's, windenergie, zonne-energie, biobrandstrof)

Slide 16 - Slide

Biobrandstof: biodiesel of biogas

Slide 17 - Slide

Nu 
-Vraag 19 en 20

-Afronding (H5 en H6)


Slide 18 - Slide

Wat kan jij doen om duurzamer te leven?

Slide 19 - Mind map

Welke van onderstaande brandstoffen is geen fossiele brandstof?
A
Aardolie
B
Bio-ethanol
C
Steenkool
D
Gas

Slide 20 - Quiz

Verzuring van het milieu wordt vooral veroorzaakt door gassen zoals ammoniak, stikstofoxide en zwaveldioxide.
Welk van deze afvalgassen is voornamelijk afkomstig uit de veeteelt?
A
Ammoniak
B
Stikstofoxide
C
Zwaveldioxide

Slide 21 - Quiz

Bij verbranding van bijvoorbeeld benzine in een auto ontstaat koolstofdioxide.
Welk nadeel levert de uitstoot van te veel koolstofdioxide op langere termijn op?
A
Een toename van de hoeveelheid koolstofdioxide veroorzaakt accumulatie in de voedselketen.
B
Een toename van de hoeveelheid koolstofdioxide veroorzaakt overbemesting van de bodem.
C
Een toename van de hoeveelheid koolstofdioxide versterkt het broeikaseffect.

Slide 22 - Quiz