Rekenen 16 april

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 5

Rekenen

Wat heb je nodig: 

- een liniaal

- een potlood 

- een pen

- een gum

Let op: Dit is een nieuw doel, iedereen doet mee

Even herhalen...

Wat weten we al:

 

1 kilometer: de weg van huis naar school

1 meter: de bordliniaal of een grote stap

1 decimeter: ongeveer de lengte tussen duim en wijsvinger                     of de lengte van een lijmstift 

1 centimeter: ongeveer de dikte van je duim

Wat weten we al:

 

1 km (kilometer) = 1000 m (meter)

                             1 m (meter) = 10 dm (decimeter)

1 dm (decimeter) = 10 cm (centimeter)  

1 m  = 10 dm = 100 cm

100 cm = 10 dm = 1 m

Opwarmer

Je werkt maximaal 5 minuten aan som 0 van les 4

Kom daarna weer terug naar LessonUp!

Opwarmer

Op de volgende pagina's zie je 4 quizvragen.

Klik heb juiste antwoord aan.

1 m = ... cm

1. 10 centimeter
2. 100 centimeter
3. 1000 centimeter
4. 10000 centimeter

1 m = ... dm

1. 10
2. 100
3. 1000
4. 10000

2 dm is ... cm

1. 20
2. 200
3. 2000
4. 2

60 cm = ... dm

1. 600
2. 6
3. 60
4. 6000

5b Blok 2 week 3 les 4

5b Blok 3 week 1 les 3

Doel: Ik weet wat een millimeter is.

         Ik kan met een liniaal meten in centimeter en 

         millimeter.

Een punt van een punaise is ongeveer 1 mm dik.

Sleep op de volgende pagina de plaatjes naar de juiste maat

Ongeveer 1 mm

Groter dan 1 mm

                               Aan de slag! 

Nu ga je zelf voorwerpen meten en aflezen van de linaal.

Maak (dit geldt voor iedereen):

- opgave 1 en 2

- 10 opgaven in de +

- werk in je werkpakket (10 sommen per doel)

-> je werkt in totaal 45 min. aan rekenen

Klik hier om afgeschoten te worden naar Snappet